doel gebruikt. Wanneer men weet, dat glycerine bij groote koude, reeds even onder o°, stolt, om eerst bij 19° tot 20° weer te smelten, terwijl het stolpunt van glycol bij —l7° ligt, dan blijkt daaruit de superioriteit van deze laatste vloeistof. Ook het nitreeringsproduct van glycol bezit, zoowel wat zijn stolpunt als ook zijn mindere gevoeligheid tegenover stoeten betreft, de voorkeur boven nitroglycerine. Er bestonden nog eenige moeilijkheden met het nitreeringsproces van glycol, doch deze schijnen thans opgelost te zijn. Men meldt dan ook uit Amerika, dat in 1927 reeds 25 pCt. van de vroegere behoefte aan glycerine, voor dynamietfbereiding, door glycol gedekt werd. Volgens „Chemische Industrie” (1928, 625) zou in 1927 de productie van glycol in Amerika tot 15.CKK) ton gestegen zijn. dat is een hoeveelheid, die izoowat bijna113j3 van het jaarlijksche aldaar geproduceerde glycerinekwan urn uitmaakt.
De I. G. Farbenindustrie is, naar verluidt, voornemens, in Duitschland ook de glycolfabricage op groote schaal te beginnen en vermoedelijk zal dus de strijd tusscihen de 2 visceuze vloeistoffen heviger worden, waarbij ten slotte de prijs een beslissende factor zal 'zijn. Wanneer er geen middelen gevonden worden, om de glycerinefalbricatie op economischer wijze te doen geschieden, zal het glycol de glycerine grootendeels verdringen. Men heeft, ook weer inden crisistijd, een, oogenblak gemeend, dat de glycerine, door gisting uit suiker verkregen (o.a. volgens het protol-procédé), een concurrent van de glycerine uit vetten zou worden. Die vrees is echter tot nu toe ongegrond gebleken. De kosten van fabricage zijn nog te hoog en zullen dit, in verband met den prijs der grondstof, voorloopig nog wel blijven, terwijl verder het verkregen product te onzuiver is, zoodat de raffineering te kostbaar wordt. V. I. PERSONALIA. Rijksverzekeringsbank. Ingeschreven als apotheker. Mevr. C. W. S. V is s c h.e r-iR ij s d ij k, fa. B o r g ma n & Zn., Mosseltrap 2, Rotterdam; Mej. E. T. van der Kwast, fa. T. S. v.d. Le y, Nieuwstad 26, Weesp; als Apoth.-Glenleesk.: J. Boonzaayer, Mlaasdam. Afgevoerd als apotheker: C. H'. Koer s, fa. de Blaec k ede Li g n y & Zn., Middelburen, (verand. provisor); T. S. v. d„ Le y, Weesp (overlijden); als apoth.-geneesk.: J. F. Verster, Hemmen, (vertrek). Verleend een verlof van acht maanden, met ingang van 1 Maart, 1929, aan den militairen apotheker le klasse Th. Möller. Overleden te Joure de heer D. J. R en s i n g.
980