hoogstwaarschijnlijk slechts een lö-tal bedraagt, toch een heel veel grooter aantal vormen voorkomt en eigenlijk alle soorten door oevergangen (bastaarden) met elkaar verbonden zijn, zoodat het veelal zeer moeilijk, zoo niet ondoenlijk is, van elke soort den grondvorm juist te definieeren. De zuivere stammen (reine Linien) zijn van het geslacht Mentha nog niet gekweekt. 'Men mag dus veilig aannemen, dat de bastaardvorm Mentha piperita niet ontstaan is uit 2 zulke zuivere stammen, maar uit vormen, die zelf ook reeds bastaarden Waren, terwijl bet ook zeer goed mogelijk is, dat ze niet door één enkele hybridisatie, maar dooreen opeenvolgende bastaardeering ontstaan is, totdat eindelijk zulk een voortgezet proces tot stand kwam door de steriliteit van den laatst ontstaanden vorm. Hoe dit echter zij, zeker is, dat de afstamming van deze plant eender meest ingewikkelde is onder die van de officineele planten en dat het zeer moeilijk zal zijn, dit probleem tot oplossing te brengen, waarbij het meest succes belooft, eerst te trachten, door voortgezette selectieve cultuur de zuivere stammen te kweeken, waaruit ze is voontlgekomen, met behulp van het weinige rijpe zaad, dat wordt voortgebracht, om dan te zien, tot welke der bekende soorten deze zuivere sthmmen beboeren. L, C. G.
Droogmiddelen. Gedurende de laatste jaren zijn eenige Stoffen als droogmiddel voorgesteld, die niet algemeen als zoodanig bekend zijn, en een nader onderzoek in deze richting waard schijnen. Door Schlesing er werd reeds in 1914 boorzmranhydride gebruikt, om droog mierenizuur te bereiden. 'Het is een krachtig droogmiddel. Wal onenßosenbaum geven aan (J. Am. Chem. Soc. 1928, 1648), dat het poeder van boorzuuranhydride snel waterdamp absorbeert tot een bedrag van 28 pCt. van het gewicht van het poeder. De overgang van het anhydride tot metaboorzuur vereisclht 25,8 pCt. water. De overgang van meta- in orthoboorzuur geschiedt langzaam. Het drogend vermogen is beter dan van zwavelzuur en calciumchloride, wat minder dan van phosphorpenitoxyde. De bereiding geschiedt, door iboobzuurlkristallén ineen platina schaal te verhitten. Onder dampontwifckding smelt de inhoud tot een heldere, dikvloeibare massa. Deize wordt op 800°—<1000° gebracht, een uur bij die temperatuur gehouden, om het water volkomen uitte drijven, en is dan dunvloeibaar genoeg, om • uitgegoten te worden. Doet men dit op een steen, dan is heit gestolde glas uiterst moeilijk te poederen. Het beste resultaat werd verkregen, door de gesmolten massa uitte gieten in tetrachloorkoollstof van o°, waarbij schubbetjes ontstaan, die betrekkelijk gemakkelijk te poederen zijn. Het is gewenscht, bij de 'ontwatering niet ver boven 800° te gaan, daar anders het anhydride een inductieperiode vertoont, waarin het aanvankelijk moeilijk waterdamp absorbeert. Een nog krachtiger droogmiddel is gevonden in watervrij magnesiumperchloraat. Geen andere stof is bekend, die, zonder chemische omzetting te ondergaan, even waterbegeerig is als imagnesiumperdhloraat en, in iets mindere mate, baryumperchloraat. De drogende kracht is zelfs even groot als die van phosphorpenitoxyde, terwijl de capaciteit verscheidene malen grooter is. Verdere voordeelen
965