Het aantal bundels bastvezels is aanzienlijk. Behalve de sklerenchymcellen onder de kurklaag komen inden bast nog geen verhoute elementen voor. Evenmin worden tussohen de bastmergstralen kristalbuizen aangetroffen. Het bout is gekenmerkt door het betrekkelijk groot aantal houtvaten en de aanwezigheid van enkelvoudig© kristallen in de doorgaans uit één rij cellen bestaande mergstralen (fig. 61 en 62). Werkzame bestanddeelen. Greshofff9) vond zoowel inde bladeren als inde zaden en den bast een alkaloïde. De afscheiding van deze base uit den bast geschiedt, door de waterige1 oplossing van het met zoutzuurhoudenden spiritus bereide extract met natriumcarbonaat te bedeelen en het gevormde neerslag met aether uitte schudden. Door de aanwezigheid van chromogcne stoffen inde bladeren gaat de zuivering van het hieruit bereide alkaloïde met moeiliikhed’en gepaard. De zaden bevatten die storende stoffen niet. het(*) Mededeelingen uit ’s Lands Plantentuin te Buitenzorg. VIT. 1890.
953
Fig. 61. Kopsia flavida 81. Dwarse doorsnede takje van 4 mm.; h.m.s. = houtmergstralen; doorgaans, bevat elke cel een kristal.
Fig. 62. Kopsia flavida 81. Tangentiale, overlangsche doorsnede hout vaneen takje van 4 mm.; g.v. = gestippeld vat; h.m.s. = houtmergstraal; h.v. == houtvezels.