bevindt en eene blauwe en oranje kleurstof, welke in korrels voorkomen. Onder de epidermis treft men op een dwarse doorsnede (fig. 56) I of 2 rijen rechthoekige of vierkante cellen aan, terwijl de buitenvruchiwand uit groote, min of meer ronde cellen met groote intercellulaire ruimten bestaat.
Behalve cellen met eene roode oplossing, worden in dit weefsel cellen aangetroffen, die blauwe of oranje korrels bevatten. Bovendien kunnen hierin ook ohiloropihylkorrels optreden. Overigens komen in dit gedeelte van den vruchtwand groote kristalsterrcn en melksapcellen voor. De blauwe en roode kleurstoffen zijn in water en chloralhydraat oplosbaar, de oranje kleurstof is daarin onoplosbaar. De middenvruohtwand vertoont bij zwakke vergrooting op eene dwarse doorsnede, onregelmatig, ronde, gele plekken in
het lichtbruine weefsel. Ditzzin diwarsdoorgesneden bundels van talrijke, dikwandige sklerenchymvezds, die inde lengterichting der vrucht loopen en in het midden een vaiatbundel omsluiten. Elke bundel is omgeven dooreen donker gekleundlen rand. Deze bestaat uiteen rij cellen, waarin een oranje kleurstof in talrijke korrels wordt aangetroffen. Eene kleine hoeveelheid dezer kleurstof bevindt zich ook in het omgevende parendhym, waarin zoowel kristalsterrcn als groote en kleine enkelvoudige
949
Fig. 56. Kopsia flavida 81. Dwarse doorsnede v.d. buitensten vruchtwand; r. = roode kleurstof in oplossing; b. = blauwe kleurstof in korrels; g. = dhlorophylkorrels; "9. = oranje kleurstof in korrels.