30. In verband met het voorkomen van bioollaterale vaatbundels komt inden stengel een tweede phloeem voor, dat aan de binnenzijde van het xyleem ligt en hiervan niet dooreen cambium gescheiden is (intraxylair of mergstandig phloeem fisr. 7).

40. Typisch zijn vaak de overlangsche kristalbuizen tussohen de bastmergstralen inde nabijheid van het cambium (z. a. hij Nerium odorum Sol.) (fig. 1). 50. De bladeren zijn enkelvoudig, vinnervig, gaafrandig, tegenoverstaand, zelden kransstandig, onbehaard (behaard zijn

912

Fïg. 7. Plumiera acutifolia Poir. Dwarse dloorsnede dooreen takje van i cm. m.c. = melksaipcel; b.b. = bastbundels; b.m.s. = bastmergstralen; h.m.s. = houtmergstralen; h.v. = hout vaten; h.v.z. = houtvezels; m.ph. = mergstandig phloeem; m. = merg.