Op analoge wijze als de destructies met arsenicum ais toevoeging waren uitgevoerd, werd geweilkt met kwik ais toevoeging.
Zooals te vedwachten was, leverde de methode van Fresenius en vonßabo de beste resultaten op. De salpeterzuur-zwavelzuurmethode is voor het onderzoek naar kwik buitengewoon ongeschikt. Men kan wel izeggen, dat de hooge destructietemperatuur het averdestilleeren van het kwikzout inde hand werkt. Zoo ziet men bij aanwezigheid van mercuro- en mercuri-jodide, roode ikristailletjes inden ontvanger. Er werd dan ook slechts 24 pCt. van het toegevoegde kwik terug gevonden. Het grootste gedeelte is uit de kolf verdwenen en inden ontvanger overgedestillleerd. Dit kon aangetoond worden, door te werken met het gewijzigde toestel, dat boven is afgedeeld. Naast een quantitatieve bepaling in het destruaat, werd er nu ook een in het destillaat uitgevoerd. Ineen deel hiervan werd het kwik langs electrolytischen weg bepaald. Hierbij viel op te merken, dat, naarmate de destructie korter duurde, ook minder kwik in het destillaat gevonden werd. Het is dus niet te verwonderen, dat, werkende volgens W age na ar, een grooter hoeveelheid in het destruaat kon worden aangetoond, dan inde destructievloeistof, verkregen volgens Kerbo s c h. Over de perhydrolmethoden valt niet veel meer op te merken. De quantitatieve resultaten zijn, evenals met arsenicum, bevredigend. Toege- « o j= «„ £ fe voegd -2 -S S g •§ kw*k .§ g> S> É in mg <g a £ -& g £ S Mm ICO Gemiddelde 97.62 18.60 77.10 40.80 98.44 98.86 hoeveelheid kwik in mg., 20 die werd 19.61 17.21 19.4*3 19.57 teruggevonden
878