Methode-K er b o s c h.
Kerbosch voerde de salpeterzuur-zwavelzuur-destructie uit ineen retort en liet de des tillatieproducten eenvoudig door het trekgat inde zuurkast ontsnappen. Prof. van 11 all ie en van Eek hebben daarom het gebruik vaneen ontvanger aanbevolen, opdat men zoo min mogelijk hinder heeft van de ni* treuze dampen. Nadat het destructiemateriaal bedeeld is met 100 mg. arsenicum en vaneen bepaalde hoeveelheid zuurmengsel, bestaande uit gelijke deelen sterk zwavelzuur en salpeterzuur (65 pCt.), kan men gaan verwarmen. Men doet echter beter, tot den volgenden dag te wachten; dan heeft men minder last van schuimvorming, die bijna steeds optreedt, indien men direct gaat verwarmen. Door de retort ineen luchtbad te plaatsen, verkrijgt men bovendien een gelijkmatige warmteverdeeling en is stooten vrijwel uitgesloten. Is het overtollige water door zacht verwarmen afgedestilleerd, dan laat men uiteen soheitrechter voorzichtig sterk salpeterzuur toedruppelen en gaat door met verwarmen,, totdat de stof volledig gedestrueerd is. Het vet verdwijnt het moeilijkst. Gedeeltelijk wordt het door salpeterzuur afgebroken, gedeeltelijk destilleert het als vluchtige vetzuren over. Het destruaat wordt, nadat het van de laatste resten salpeterzuur, door afrooken, bevrijd is, in het destillatietoestel gebracht, om het arsenicum hierin als arseentrichloride te doen overdestilleeren. Uit genomen proeven is gebleken, dat, hoe langer de destructie duurde, hoe grooter arsenicumiverlies plaats had. Zoo werd b.v. bij een destructie, die 73/* uur duurde, 96.25 rag. en bij een, die 10B'* uur duurde, 70.875 mg. arsenicum teruggevonden. De slechte uitkomsten, verkregen met deze werkwijze, liggen waarschijnlijk in het feit, dat bij sterke verhitting tegen het einde der destructie kleine vloeistofdeeltjes inde afvoerbuis der retort geraken en op deze wijze dus aan de te onderzoeken vloeistof ontsnappen. Inderdaad bleek op deze wijze een kleine hoeveelheid arsenicum aan de bepaling te ontsnappen, hetgeen op de volgende manier werd aangetoond. Een destructie met 200 g. vleesch en 10 cm3, arseenoplossing (100 mg. As) werd uitgevoerd met arseenvrij zwavelzuur en arseenvrij salpeterzuur. De vloeistof, die zich gedurende de destructie inde retort verzamelde, werd na filtratie op het wa-
872