van Geneeskunst genoegen kan nemen, moet ik opmerken, dat ik dit niet kan zijn. Toen ik verleden jaar het genoegen had een vergadering bij te wonen met het Hoofdbestuur der Maatschappij van Geneeskunst is mij ten volle gebleken, dat het Hoofdbestuur van deze Maatschappij, zoover dit verlangd kan worden, gaarne medewerkt, maarde ervaring leert ons, dat het Hoofdbestuur weinig te zeggen heeft over haar onderafdeelingen. In Limburg werken naast elkaar een afdeelingsfonds en het Mijnfonds. Hij Ihet afdeelingsfonds is overal vrije apothekerskeuze, maar dit is niet bij het Mijnfonds het geval. Verleden jaar hebben wij daar een geheele vergadering aan opgeofferd. Tot op heden is die kwestie nog niet opgehdderd, niettegenstaande het Mijnfonds en het Hoofdbestuur van de Maatschappij van Geneeskunst beide aan onze zijde staan. Wij worden daarin evenwel tegengewerkt door de plaatselijke artsenvereeniging. Of wij al aandringen op besprekingen, het geeft niets, wij krijgen geen gehoor en het slot zal zijn, dat er wel weer eenige maanden overheen gaan. Dan wordt het Hoofdbestuur van de Maatschappij, van Geneeskunst er weer bij gehaald, maar dan is het de vraag, of dit ons verder kan helpen.

Het is daarom zaak, dat ons Hbofdbestuur tracht die bepaling reglementair vast te leggen, om ook in afdeelingsiziekenfondsen nog meer misbruiken te voorkomen. Het komt voor, dat de apotheekihoudende geneeskundigen zich vestigen op 6 a 800 M. vaneen reeds gevestigde» apotheker. De inspecteur maakt proces-verbaal op, maar dit proces duurt bijn* een jaar en in dien tijd gaat de medicus door met het verstrekken van gratis geneesmiddelen. Dit wordt niet beschouwd als het beïnvloeden van de keuze, maar het is toch zeker de bedoeling om de patiënten te beïnvloeden bij hem inde apotheek te komen. Daarom wil Limburg aan het voorstel van Noord IBrabant nog drie punten toevoegen, welke ons door de practijk geleerd zijn, n.l. 1. De deelnemers van het fonds (artsen, apothekers) mogen noch direct, noch indirect, noch door middel van derden, invloed uitoefenen op de keuze van arts of apotheker. 2. Apotheekhoudende artsen mogen, zoolang zij niet wettelijk als zoodanig gevestigd zijn, geen genees- en verbandmiddelen afleveren aan leden van het fonds, die bij hen zijn ingeschreven. Zij mogen deze ook niet gratis aan de leden verstrekken of laten verstrekken. 3. Ingeval van overtreding vaneen der vorige artikelen is het Bestuur bevoegd, na ingesteld onderzoek, den betreffenden deelnemer voor ten hoogste zes maanden te schorsen. Den artsen en apothekers staat hooger beroep open resp. bij de Ned. Mij. t. b.d. Geneeskunst en de Ned. Mij. t. b.d. Pharmacie. Noord Holland (de heer Jur g en s): Mijnheer de Voorzitter. Het is eenigszins moeilijk om na den vorigen spreker het woord te nemen, omdat hij drie zaken heeft voorgesteild, die hier niet bij behooren. Omtrent de zaak zelve heeft het mij bovenmate verheugd, dat de Maatschappij van Geneeskunst dit heeft geschreven en kunnen wij daarop vertrouwen, voor zoover hun macht toereikend is.

798