parlement. Wij hopen echter zoo ver te komen, dat de eigenaar lid moet zijn van het Departement. Wij krijgen dan echter het gevaar, dat wanneer in eene filiaalapotheek ee-n apotheker noodig is, wij niet kunnen beletten, dat een niet-lid daarin wordt aangesteld en een dergelijke apotheek zal dan niet van de levering aan de ziekenfondsen worden uitgesloten, wanneer de eigenaar wel lid is. Het gevolg is dus, dat het dan eenvoudig is, om aan het hoofd vaneen filiaalapotheek een niet-lid aan te stéllen.

'Rotterdam staat niet afkeerig tegenover dit voorstel tot wijziging, maar wil op de moeilijkheden opmerkzaam maken, welke voor ons bestaan, voordat wij zoover komen, dat beheerders van filiaalapotheken 'lid moeten zijn van het Departement, wil die apotheek aan de ziekenfondsen kunnen leveren. De Voorzitter: Rotterdam zal in verband hiermede de noodige interne reorganisaties moeten doen. Het is ons streven, dat ook inde filiaalapotheken behoorlijke toestanden komen, Rotterdam (de heer Hooftman): Mijnheer de Voorzitter. Het zal nog lang duren, voordat wij zoover zijn. Het -Hoofdbestuur moet er wel op rekenen, dat in Rotterdam inde naaste toekomst nog wel eens uitzonderingsgevallen zullen voorkomen en dat aanneming van dit voorstel niet de richting bevordert, welke wij in Rotterdam opgaan. De Voorzitter: In ieder geval kunt U steeds op den steun van het Hoofdbestuur rekenen, waar er reorganisatie noodig mocht zijn. Rotterdam (de heer Hooftman): Dank U, mijnheer de Voorzitter. Amsterdam (de heer Fil e d t Kok): Mijnheer de Voorzitter. In hetzelfde verband als de opmerking van Rotterdam is er in Amsterdam op gewezen, dat er een verplichting moet zijn, dat de bezitter van de apotheek ook buitengewoon lid moet zijn. De Voorzitter: Deze bepaling is van andere zijde ook gemaakt ten opzichte van N. V. Volgens artikel 33c kan een N. V. buitengewoon lid zijn van de Maatschappij, maar zoudt U dit ook verplichtend wenschen voor de eigenaars van apotheken en voor weduwen van apothekers? Ik geloof, dat, wat dit betreft, wij eerst moeten wachten tot de Departementen in dit opzicht de zaak intern hebben geregeld. Het volgend jaar komen wij toch tot een technische herziening van de statuten en reglementen en kan daarmede dan rekening worden gehouden. Het voorstel wordt aangenomen. Art. 33b. Limburg (de heer van Wersch): Mijnheer de Voorzitter. Ik zou gaarne willen vernemen, hoe deze bepaling gelezen( moet worden. Er staat, dat de wijzigingen ter goedkeuring aan het Hoofdbestuur moeten voorgelegd worden. M.i. moet er een bepaling bijkomen, dat ze niet mogen worden aangevraagd, voordat ze door het Hoofdbestuur zijn goedgekeurd. De Voorzitter; Wij zullen Uw opmerking overbrengen aan den juridischen adviseur. Het voorstel wordt aangenomen.

791