cmn extr. cannabis (en ook het in bezit of voorradig hebben voor de verkrijgers) valt daarom geheet buiten de bepalingen der Opiumwet.

De vraag of codeïne en desgelijks aethylmorphine en benzyknorphine (peronine) onder de Opiumwet vallen, is door van der Wielen geopperd, in verband met de vermelding in artikel 2 onder 1-e van bereidingen der ondier a, b, c of d; bedoelde stoffen. Hij meent, dat codeïne als bereiding van morphine moet worden beschouwd. Hij haalt daarbij zelf een uitspraak aan, waaruit voldoende blijkt, dat bij de opstelling van het opiumverdrag 1925 niet de bedoeling is geweest benzoylmorphine (en a fortiori codeïne) onder het Verdrag te doen val.enl Uit de Handelingen der Opiumconferentie 1924—1925 zou bovendien kunnen blijken, dat codeïne opzettelijk niet in het Verdrag is genoemd en inbegrepen. Naar mijne meening ligt hierin en inde bijna letterlijke overneming van artikel 4 van het Opiumverdrag 1925, in artikel 2 der Opiumwet 1928 reeds een aanwijzing, dat codeïne ook niet onder de Opiumwet valt. Het zou ook onredelijk en overbodig geweest zijn in artikel 2 onder d uitdrukkelijk diacetylmorphine te noemen, indien esters van morphine, hetzij van de constitutie van codeïne, hetzij van heroïne, onder „bereidingen” moesten worden begrepen. Morphine, dat op betere gronden als bereiding van opium ware te beschouwen dan codeïne als bereiding van morphine, zou dan ook niet in artikel 2 behoeven en behooren vermeld te zijn. Daar komt echter bij, dat in dit artikel, in afwijking van de bestaande wet en in navolging van het Opiumverdrag 1925, eene onderscheiding wordt gemaakt tusschen „bereiden’, dat genoemd wordt in artikel 2 onder 1 letter B en „vervaardigen’, dat genoemd wordt onder letter D. Daaruit volgt, onder „bereiden” (bereiding) iets anders moet worden verstaan dan onder „vervaardigen” en het is • duidelijk, dat dit „vervaardigen” betrekking heeft op morphine, diacetylmorphine, cocaine, ruwe cocaine en eogonine. Aldus opgevat zijnde bepalingen der Opiumwet 1928, evenals van het Opiumverdrag, niet toepasselijk op codeïne, met name niet op invoer, uitvoer, aflevering of handel in deze stof. Dientengevolge is ook het vervaardigen van codeïne niet rechtstreeks verboden, maar slechts zijdelings. Het bewerken of verwerken van morphine, dat daarvoor noodzakelijk is,

777