water, in filtraat reduceerende suikers ontleden met loog, daarna rietsuiker bepalen door reductie na inversie) is toegepast voor de analyse van beschuit en van tarwebloem. De bruik-

gaarheid der methode hangt volkomen af van de mogelijkheid om alle reduceerende stoffen uit het oorspronkelijk Altraat met loog te verwijderen, omdat zulke stoffen bij de kleine te bepalen hoeveelheden rietsuiker percentsgewijs groote fouten zouden opleveren. In alle proeven was echter de reduo tie voor inversie van de met loog behandelde vloeistof zoo gering, dat daarvoor geen correctie behoefde te worden aangebracht. Zij bedroeg hoogstens zooveel als met 0.05—O.IÖ pCt. suiker in het uitgangsmateriaal overeenkwam en zou volgens F ellen berg door de aanwezige saccharose zelf veroorzaakt kunnen worden. De nauwkeurigheid der methode blijkt verder uit de goede overeenstemming tusschen de steeds uitgevoerde duplobepalingen. Deze gaven voor het percentage oplosbaar zetmeel dat in alle fikraten eveneens bepaald werd, verschillen van 0,2, hoogstens 0.3 pCt. Wat de uitvoering der methode betreft, verdient vermelding dat het noodig is de voorgeschreven temperatuur van 50° voor de waterbehandeling nauwkeurig in achtte nemen. Zij is oorspronkelijk door Pellenberg1) gekozen, omdat warmte de snelheid van overgaan der suiker in het water versnelt, maar anderzijds de temperatuur met zekerheid beneden de verstijfselingstemperatuur van het aanwezige zetmeel moet blijven. De behandeling van de massa met phosphorzuur en bariumhydroxyde dient slechts om een volumineus neerslag te weeg te brengen dat het goede filtreeren bevordert. Wij zijn van het voorschrift in het Koninklijk Besluit alleen afgeweken ten opzichte van de verhouding beschuit of meel tot water, opdat de hoeveelheid suiker, die ter analyse kwam, niet al te gering zou zijn. In plaats van 5 gram stof is genomen 10 gram voor de beschuit, 40 gram voor de bloem. Het Koninklijk Besluit neemt in tegenstelling met Pellenberg Wj de berekening der uitkomsten, het volume der vaste meelsubstantie inde suspensie niet in aanmerking. Een correctie voor dit volume is door ons alleen bij het onderzoek van bloem aangebracht, omdat zij hier door de groote hoeveelheid uitgangsmateriaal van belang werd. De waterbepaling van het Meelbesluit is met geringe wijziging toegepast voor het onderzoek van bloem en beschuit. Het Meelbesluit schrijft voor: s—lo5—10 gram der tot poeder gebrachte

772