de onbedriegelijke teekenen en wijzen er tevens op, dat deze stof A van het grootste belang is voor epitheliaal weefsel.
Nadat er reacties gevonden zijn, die voor kenmerkend voor het vitasterol A gehouden worden, is de vraag gerezen, of men voortaan het omslachtige biologische onderzoek op de aanwezigheid ervan in voedingsmiddelen niet zou kunnen ontgaan. Volgens het oordeel van kenners op dit gebied is dit niet het geval. Evenmin kan men voor een bepaling van het D-gehalte, in levertraan bijvoorbeeld, volstaan met een onderzoek naar het gehalte van A. Sedert gebleken is, dat beide stoffen elkander in levertraan niet in bestendige verhouding vergezellen, moet de waardebepaling van beide afzonderlijk geschieden. Wat het vitamine B betreft, is men tot het inzicht gekomen, dat dit geen enkelvoudige stof is, doch uit ten minste twee factoren bestaat, waarvan de eene antineuritische werking bezit en de andere het tegen pellagra vrijwarende beginsel zou zijn, dat door Gol dberger onderzocht is geworden. Men kan dus niet meer vaneen vitamine B spreken en doet beter, volgens bestaand gebruik, elk der componenten met een letter aan te duiden, den antineuritischen factor met een F of (B) F en den tweeden met G of (6) G, waardoor men dan tevens herinnert aan de verdiensten op dit gebied van Funk en Goldberger. IHet is duidelijk, dat nu het onderzoek van voedingsmiddelen op het gehalte aan B er niet eenvoudiger op geworden is. Men zal de vitaminelijsten moeten herzien en de voedingsmiddelen op beide stoffen moeten onderzoeken. Spreker gaat vervolgens over tot de overige vitamines, het antiscorbutische C en het de vruchtbaarheid beïnvloedende E. Eender kenmerken van het C is zijn vatbaarheid voor oxydatie. Men heeft het voor weinig thermostabiel gehouden, doch ineen indifferent medium, bijvoorbeeld ineen stikstofatmosfeer, biedt het aan vrij hooge temperatuur weerstand. Ten onrechte heeft men de afwezigheid van dit vitamine in gepasteuriseerde melk aan de verhitting geweten, doch het is spreker gebleken, dat het reeds uit de melk verdwenen is, voordat deze inde pasteuriseer-Inridhting aankomt. De oorzaak van de vernietiging schuilt inde aanwezigheid van lucht inde melk. Zeer versdie melk bevat het vitamine in voldoende hoeveelheid. Aangezien melk voor bepaalde groepen der bevolking de eenige of de hoofdzakelijke bron van vitamines is, is het wenschelijk, maatregelen te nemen, die het behoud ervan bevorderen. Een goede maatregel zou zijn, de melk in zeer verschen staat te pasteuriseeren, doch dit stuit inde praktijk op groote moeilijkheden. Electrische pasteurisatie —i ook natuurlijk van versche melk – kan eveneens goede resultaten opleveren, mits men, in plaats van koperen eleotroden, de uit indifferente koolstof vervaardigde bezigt. Het door Evans ontdekte vitamine E is de jongste spruit der vitamine-familie. Hoewel men het tot de Vitasteroles pleegt te rekenen, uithoofde van zijn oplosbaarheid in vet, is zijn natuur feitelijk onbekend. Bestendig is het zeker, want het weerstaat de werking van zuren en basen, van hydrogeneering en sterke hitte,
669