Antimoontrlchlorlde als quantitatief reagens op vitamine-A.
"Wij hadden reeds eenige malen gelegenheid, te wijzen op de door R osenheim en D rummond gegeven reactie met arseentrichloride op vitamine-A (Pharm. Weekbl. 1926, 954 en 1353). Daar het werken met arseenchloride een aantal bezwaren met zich brengt, hebben C ar r en P r i c e het gebruik vaneen oplossing van antimoontrichlo-< ride in chloroform aanbevolen. Het is verder gebleken, dat ook pigmenten uit het plantenrijk •{carotine, xanthophyll, bixine) met de genoemde reagentia kleur:reacties geven, die verwarring met vitamine-A mogelijk maken. F. Wok es en S. G. Wi 11 imo 11 (Analyst, 1927, 515), die de reactie met antimoonchloride nader bestudeerd hebben, bevelen aan, om haar voorloopig alleen voor het onderzoek van levertraan te gebruiken. De optredende kleuren bestaan ineen wisseling van blauw, geel en rood, met tusschentinten; het blauw is het meest kenmerkend en kan ter waardebepaling gebruikt worden. Vermoedelijk bestaat het chemisme ineen condensatieprooes, dat vertraagd kan worden door dehydratatie. Daarom wordt gewerkt met een verzadigde oplossing van, uit chloroform omgekristalliseerd, antimoontrichloride in watervrije chloroform. De olie wordt eveneens opgelost in watervrije chloroform. De sterkte dezer oplossing is afhankelijk van de te verwachten hoeveelheid vitamine en wel zoo, dat bij 2 cm3, reagens 0,1 tot 0,3 cm3, der olieoplossing gevoegd moet worden. De menging geschiedt ineen buis van den tintometer van L o vi bon d, door roeren met een glazen staaf; de aflezing geschiedt na 30 seconden en wordt uitgedrukt in „Lovibond blauwe eenheden.” V. I. De waterstofionenconcentratie van honig en van kunsthonig, Dr. J. F ie h e en Dr. W. K o r da t z ki, Z. f. U. d. L. 1928. 59. In natuurhonig komen uitsluitend organische zuren voor (appel-, melk- en mierenzuur). Kunsthonig wordt meestal vervaardigd door inversie met minerale zuren. A priori is dus te verwachten, dat de pp van kunsthonig eene andere zal zijn dan die van natuurlijken honig. Titratie kan, zooals duidelijk is, deze vraag niet beantwoorden. De exacte methode voor de pp-bepaling de electrometrische en het meten der inversiesnelheid van saccharose vereischen een omvangrijke apparatuur; sneller komt men tot zijn doel met behulp van indicatoren. Schr. gebruiken 2 indicatoren: broomphenolblauw (pp = 3,8—4,6) en broomphenolgroen (pn = 4—5,6); zij mengen op een porseleinen plaat een druppel indicator met zooveel honig, tot de kleur niet verder verandert. De optredende kleurnuance wordt dan vergeleken met die eener kleurentabel, welke wel eerst met behulp van buffermengsels zal moeten zijn vervaardigd. Echte honigsoorten bleken een pp van ongeveer 3,9 te bezitten. Die van kunsthonig bewoog zich om de waarde 3,2. (Bij mengsels van honig en kunsthonig werkt de honig als buffer, aoodat deze mengsels de pp van echten honig vertoonea Voor een oriënteerend onderzoek, of men al dan niet met kunst-
655