zulke in geenderlij wijze mogen tegen spreken gelijk mede de patiënt verkising makende vaneen Apotheker om de ordonnancien te bereiden, den Doctor zulkx geenzins sal mogen verhinderen.
4. De Doctoren obligeren zig alle de composita, die zij lieden voor haer eyge practijk gebruijken bij gene drogisten te zullen koopen, maer de zelve door den Apotheker in dese stad tc doen maken ten zij, zij lieden, die zelver wilden bereyden, verder beloven de Doctoren alle zoodanige medicine, die vaneen groffe preparatie of omslag zijn als namentlijk Apozemata, Clysteren, Suppositoria, Julapien, Colleotien, Emplastra, Cataplasmata, etc. zelfs niet te sullen leveren, maer de patiënten te sullen sende, soo veel als in haer vermogen is, tot de Apothekerswinkels, en niet tot die vande drogisten. 5. En ingevalle een Doctor eenig simpel medicament dat hij selfs niet geven wilde, aen zijne patiënten quam te ordonneren, zal hij genootsakt zijn, van zoodanig medicament ’t zij dat het een purgeermiddel is, of iets anders, een ordonnantie in forma te geven en die te sende tot de winkel van enig Apotheker. 6. Verder zijnde Doctoren en Apothekers met den anderen geconvenieert, dat de zaken van weerskanten, zoo wegens het visiteren als het leveren van medicinen zullen blijven in die stadt als de selve tegenwoordig werd gepractizeert, sullende buiten t’gene alhier reets gemelt is, de keure in haer geheel blijve. 7. En opdat de bovenstaende conventie des te meerder mag istand grijpen, soo zullen de contraventeurs van dien gehouden zijn te betalen ten profijte van ’t Apothekersgilde een boete van vijfentwintig caroli guldens soo meenigmaal sulkx hun lieden aengetoont word, welke boete aenstonts zal moeten worden betald sonder eenige de minste contradictie of apel, dog deselve contraventeurs sustinerende sulkx ongehouden te zijn, zoo zullen de zelve haer moeten addreszeren aen de E. G. Agtb. Heeren Burgemeesteren dezer Stad, dog alvorens de zelve boete eerst betald hebbende, en zal de calange (= boete) staen aen de Decani en Hoofdlieden van ’t Apothekersgilde binne dese Stad, nevens de twee Stads Doctoren, die haer sullen daer toe,
628