wisselende hoeveelheden in het minerale phosphaat voorkomt, wordt voor een groot gedeelte omgezet in fluoorwaterstof en fluoorsilicium, een gedeelte blijft echter in het phosphaat als calciumflüoorsilicium achter.
De gasmonsters werden genomen uit het kanaal, dat de gassen afvoert naar den exhauster. Voor het aanzuigen van de gassen uit het kanaal werd het pompje volgens Hah n1) gebruikt. Als absorptieapparaat dienden barytbuizen volgens Pettenkofer, die voorzien waren van inleidbuizen met kleine openingen, om een betere verdeeling van de gasbellen te verkrijgen. Als absorptievloeistof diende een oplossing van natriumcarbonaat. Om zeker te zijn, dat bij de door het pompje bereikte snelheid van aanzuigen en bij de gebruikte vloeistoffen en toestellen alle gassen quantitatief werden geabsorbeerd, werden op het laboratorium eenige proeven genomen met zuiver CaF!2. Hierbij kwam de teruggevonden hoeveelheid fluoride overeen met dein bewerking genomen hoeveelheid. Na het beëindigen van de proef werd de absorptievloeistof verzameld en nadat door verwarmen met ammoniumcarbonaat al het kiezelfluoride in fluoride was omgezet, dit laatste als calciumfluoride neergeslagen en volgens de methode Penfi e 1 d 7) het fluöor bepaald. Het schijnt, dat zwavelwaterstof nog in zeer verdunden toestand last kan veroorzaken inde omgeving vaneen fabriek, die dit gas inde atmosfeer laat ontsnappen, zelfs als de gassen zeer verdund zijn of wanneer zij op groote hoogte vrijgelaten worden. Hiervan deed zich een geval voor bij een asphaltfabriek. Bij de destillatie van de petroleum voor de asphaltbereiding worden de gassen, die niet condenseeren, eerst nog door olieafscheiders gevoerd en daarna ineen expansieruimte geleid. Van hieruit gaat een leiding naar den schoorsteen van de fabriek, die de gassen daar als zoodanig afvoert. Uit verschillende waarnemingen bleek, dat, wanneer de temperatuur inden destillatieketel boven de 300° komt, de meeste hinder van de ontwijkende gassen werd ondervonden. Wanneer zwavelhoudende ruwe petroleum wordt verwerkt, is het bekend, dat zwavelwaterstof, misschien ook mercaptanen, inde destillatiegassen kunnen voorkomen. Daar deze gassen bij de gevolgde werkwijze niet verwijderd worden, zullen zij dus mee den schoorsteen ingaan en aanleiding geven tot het optreden van stank. Het bleek uit de klachten, dat zelfs op zeer grooten afstand hinder werd ondervonden. Om de gassen te onderzoeken, werd als plaats van monsterneming gekozen een punt tusschen de expansieruimte en den schoorsteen. De gassen werdén aangezogen met het gaspompje volgens Hahn. Als absorptievaten werden gebruikt barytbuizen volgen Pettenkofer, als absorptievloeistof een verzadigde oplossing van kwikcyanide. Achter deze buizen, die elk gemakkelijk 100 cm3, absorptievloeistof kunnen bevatten, werd een fleschje met loodacetaat geschakeld. Telkens, wanneer een begin van bruinkleuring in het waschfleschje optrad, werd de proef afgebroken, de absorptietoestellen leegge-
617