te meten, werd een oliepomp met telwerk gebruikt. Door den slag van de pompte ijken, is dus de hoeveelheid gas, die door de absorptietoestellen stroomt, bekend. De analyse van de rookgassen werd in tweeën gesplitst. In eenzelfde monster werd bepaald het gehalte aan SO» en S03, terwijl ineen ander monster het gehalte aan fluoor en arsenicum bepaald werd.

Als absorptie-apparaten werden gebruikt intensief waschfleschjes volgens Wis lice n u s, die een zeer groot absorptievlak bezitten en daarbij geen grooten weerstand aan de gassen bieden. De plaats van monsterneming was in het midden van het rookkanaal, dat van den oven naar den schoorsteen loopt. In het rookkanaal was een kleine opening gemaakt, waar doorheen een glazen (voor de As- en Fl-bepalingen looden) buis werd gestoken: en luchtdicht bevestigd. De buis mondde aan de eene zijde midden in het rookkanaal uit en bezat aan de andere zijde een mondstuk voor de aansluiting aan de absorptietoestellen. Het S02- en S03-gehalte der rookgassen werd bepaald op de gebruikelijke wijze door absorptie ineen Vu, N. jodiumoplossing. Om de verdamping van jodium te controleeren, werd achter het laatste absorptiefleschje een waschfleschje metNa2S22303 geschakeld en na het beëindigen van de proef dit met jodium uitgetitreerd. De inhoud van de overige absorptie-apparaten werd verzameld, alle apparaten uitgespoeld, dit aan de absorptievloeistof toegevoegd en daarna tot een bepaald volume aangevuld. Ineen aliquot gedeelte werd het S02 door titratie van het resteerende jodium bepaald. Ineen ander gedeelte werd de totale hoeveelheid SO2 en S03 als sulfaat bepaald en door aftrekken van de hoeveelheid sulfaat, door oxydatie van het SO2 verkregen, het gehalte aan S03 gevonden. Het Fl en As werd bepaald door absorptie in natriumbicarbonaatoplossing. Na verzamelen van de absorptievloeistoffen, uitwasschen van de toestellen en aanvullen tot een bepaald volume, werd ineen gedeelte het arsenicum als raagnesiumpyroarsenaat bepaald en ineen ander gedeelte het fluoor titrimetrisch als kiezelfluoorwaterstofzuur volgens de methode P en f ie 1 d.6) Een tweede onderzoek van fluoorhoudende gassen had plaats in de fabrieksgassen vaneen superphosphaatfaibriek. Bij het bereiden van het superphosphaat wordt als volgt te werk gegaan. Het minerale phosphaat, uitgangsproduct van de superphosphaatfabricage, wordt, nadat het fijngemalen is, afgewogen en bij gedeelten ineen gesloten mengvat met afgemeten hoeveelheden zwavelzuur gemengd. Uit dit mengvat komt het mengsel direct ineen onder dit vat gelegen kelder. Deze kelder is een gemetselde ruimte met in-en uitlaatopeningen, die goed afgesloten kunnen worden en een afvoerkanaal voor de gassen, die zich ontwikkelen. Men laat het mengsel van phosphaat en zwavelzuur ongeveer 6 uren inden kelder, om de ontsluiting te laten voltooien. Hierna wordt de kelder, hetzij met de hand, hetzij mechanisch geleegd. De gassen, die zich inden kelder ontwikkelen, worden van alle kelders gemeenschappelijk dooreen exhauster aangezogen en vervolgens onder inden schoorsteen geleid. Het calciumfluoride, dat in

616