Mengsels van zwakke zuren met hunne mtriumzouten. Deze zijn juist van belang voor de physiologie (bloed, urine, enz.).

De natriumzouten, ook van zwakke zuren, zijn praktisch geheel gedissocieerd. De dissociatie van het zuur wordt dan bijna geheel teruggedrongen en we kunnen mengsels van alle moge-Jijke lage Deconcentratie maken (b.v. mengsels van natriumacetaat en azijnzuur). Hetzelfde geldt voor zwakke basen met hun chloriden voor de OH'-ionen, De Deconcentratie laat zich dan als volgt berekenen: __ k. [SH] _ t [ongedissoci°erde zuur] [S7] ' [zuur-anion] Daar slechts een klein deel van het azijnzuur gedissocieerd is, mag men het ongedissocieerde zuur = de totale concentratie stellen. Omdat het natriumacetaat b.v. bijna volkomen gedissocieerd is, mag men de concentratie van de zuur-anionen = die van het natriumacetaat stellen. [H-] = k [azijnzuur] [Na-acetaal] Nauwkeuriger wordt de formule, indien weden dissociatiegraad « van het natriumacetaat invoeren: __ k [azijnzuur] cs [Na acetaat] Dit is van belang voor bloed b.v., waarbij we te maken hebben met een mengsel van CO2, natriumbicarbonaat en phosphaten. Een dergelijke vergelijking verkrijgt men bij arnphotére electrolyten (ampholyten), waartoe zulke belangrijke stoffen als eiwitten, misschien ook enzymen, behooren. Dit werd nader toegelicht aan het amino-azijnzuur. Voor een ampholyt geldt: [A'].[H-] = ka.x ;x = ongedissocieerde deel. [A-].[OH] = k„.x. A' = anionen. A" = kationen. Verder werd kort besproken het iso-electrisch punt, de dissociatierestcurve. De grootste dissociatierest heeft men bij het iso-electrisch punt, waarvoor geldt: [H-] – [/ ka , kw kb Men ziet, dat, indien b.v. ka = kb, het iso-electrisch punt ligt bij het neutrale punt. Over de toepassing dezer vergelijkingen zal ik dadelijk spreken.

519