bereiden van injecties, welke bij lage temperatuur, door tyndallisatie of bougiefrftratie, moeten worden bereid. Voor het onderzoek der flesschen en ampullen worden deze, gevuld met gedestilleerd water, gedurende een uur bij 120° inde autoclaaf verhit; dan neemt men 50 cm3, van dit water en titreert het met 1/100 normaal zuur

en met phenolphthaleïne als 'indicator. Goed glas mag dan niet meer dan 5 cm1, per 100 cm3, water verbruiken. Ook kar; men de ampullen controleeren, door ze 30 min. bij 120° te verwarmen met 0,5 pCt. oplossingen van zwavelzure strychnine, waarin dteii geen kristalletjes mogen ontstaan; ook moet opgelet worden, dat het glas niet loodhoudend is. De oplossingen worden bij voorkeur koud gemaakt onder de meest mogelijke aseptische voorzorgen: ze moeten volkomen helder zijn en daartoe door watten of papier worden gefiltreerd. Voor sluiting worden de ampullen toegesmolten, terwijl flesschen met glazen stoppen, met caoutchouc, met een prop watten of met een kurk, die minstens 30 minuten in stoom is gesteriliseerd, worden ges,loten. De sterilisatie ini de autoclaaf is inden regel bij 115 0 in. 20 a 30 minuten afgeloopen. Wanneer stopflesschen inde autoclaaf worden gesteriliseerd, bedekt men de stop met een prop watten, welke met een touw om den hals van de flesch is bevestigd. Mlen kan inde autoclaaf bij 100° stoom-sterilisatie toepassen, door de kraan open te houden. Wanneer men kleinere hoeveelheden in het waterbad wil steriliseeren. moet men minstens 20 minuten het water, waarin zich de ampullen bevinden, aan de kook houden, maar als regel kan men dit niet als een volmaakte sterilisatie beschouwen en is het noodig. deze behandeling driemaal te herhalen. 'Om te tyndalliseeren, worden de vloeistoffen driemaal in het waterbad gedurende één uur op een temperatuur van 70° gehouden. Wanneer om bepaalde redenen deze temperatuur niet mag worden bereikt, kan men 4 of 5 maal hij 60° verhitten. Wanneer men door filtratie met poreuze bougies een vloeistof steriliseert, moet men zeker zijn. dat de omgeving in het laboratorium geen aanleiding kan geven tot besmetting en dient men ook de steriliteit te controleeren, door eenige cm3, van het fikraat met gelatine of bouillon vermengen. De droge sterilisatie vcreischt een temperatuur van ten minste 160° en is daarom inde praktijk alleen van toepassing bij glaswerk, talkpoeder. bolus, enz. Antiseptica behooren als middel voor sterilisatie niet te worden gebruikt. Aseptische bereiding geschiedt, door eerst het glaswerk inde autoclaaf te steriliseeren. dan worden de werkzame bestanddeelen, als zij oplosbaar of goed mengbaar zijn, in het fleschje gedaan en vervolgens het oplosmiddel of mengsel, dat in sterielen toestand uiteen geflambeerden mortier en ouder aseptische voorzorgen daarin wordt overgebracht. De commissie geeft vervolgens een tabel, waarin worden aangegeven oplosmiddelen voor verschillende medicamenten, de meest gebruikelijke sterkte der oplossingen en de wijze van, sterilisatie, zooals deze ook in onze Pharmacopee voorkomt. Daarna volgen eenige voorschriften, waarvan de volgende wel van belang zijn:

501