groscopisch zijn, zoodat men ze voor het fijnwrijven liefst eenigen tijd inden exsiccator zet, wrijft en zoo noodig weer droogt, voor verder fijn te wrijven. Verdampt men evenwel niet, zooals ik oorspronkelijk deed bij de voodoopige proeven, op ’t waterbad ineen open schaal, maar ineen vacuumapparaatje, zooals voor het bereiden van droge extracten gebruikt wordt, dan gaat op ’t laatst het pepton sterk schuimen. Wordt dan nog even ’t waterbad kokend gehouden, nadat het laatste water is afgedestilleerd, dan krijgt men het pepton ineen beschuitachtigen vorm, en kan ’t gemakkelijk volledig uit de pan gekrabd worden en zoo noodig fijngewreven.

Deze sterk afgebroken peptenen moeten ineen kalkstopflesch of exsiccator bewaard worden. Ter vergelijking met eenige handelspraeparaten geef ik het volgende tabelletje, met formolgetallen en aschgehalten. Oplosbaar- Naam pepton Formol- Smaak heidin Aschgegetal water halte caseïne (tryps. 4- peps.) 6.6 goed helder 11.5% fibrine (peps. -f tryps.) 6.1 goed helder pepton biefstuk 7. goed helder 20 % pepton-Witte 3.1 bitter troebel 2% bijna nutrose 1.6 smaak- troebel 4% loos somatose (vleesch) 2.8 goed helder 4.5 °/0 somatose (melk) 1. goed helder 4.4 % Hoewel de zoo bereide preparaten een goed vervangmiddel zijn voor pepton-Witte en dergelijke praeparaten als voedingspraeparaat, kan men nog niet met zekerheid zeggen, of ze als geneesmiddel ook aan pepton-W ill e gelijkwaardig zijn. De meeste physiologische, pharmacologische en klinische onderzoekingen toch zijn gedaan met pepton-W ill e, zoodat men alleen daarmee met zekerheid kan verwachten (ten minste als de fabriek steeds dezelfde grondstof en bereidingsmethoden toepast), dat de vroeger verkregen resultaten reproduceerbaar zijn. Reeds het eenvoudige feit, dat pepton-W ill e sterk bitter is en de andere soorten niet, wijst op de aanwezigheid er

470