Is dit juist, dan zou zijn resulaat wijzen op een veranderd g inde gangbare bereidingsmethode van proteïnezilver. Ter controle werden een tweetal proteïnezilverpreparaten (waarvan één uit Apeldoorn afkomstig) aan een onderzoek volgens het voorschrift van Ko 11 ho f f onderworpen. De beide preparaten bleven in 1 proc. oplossing na toevoeging van 5 proc. poedervormig aluin geheel helder.

Vermengde men de 1 proc. oplossingen evenwel met magnesiumsulfaat, dan trad onmiddellijk precipitatie van de kolloïden in. Het neerslag was kleverig en hechtte zich aan den wand, zooals dat steeds met albumose het geval is. De filtraten waren: kleurloos, resp. lichtgeel. Na toevoeging van 6 g. magnesiumsulfaat aan 10 cm3, der proteïnezilveroplossingen, werd in het filtraat nog een troebeling met salpeterzuur verkregen, die oploste bij iets sterker aanzuren. De albumose was dus niet volledig geprecipiteerd, stoorde evenwel de Ag-reactie niet. Scherper precipitatie van de albumosen kan men, zoo gewenscht, verkrijgen, door gebruik te maken van ammoniumsulfaat als uitzoutmiddel. Toevoeging van 5 gram ammoniumsulfaat aan 10 cm3, der 1 procentige proteïnezilveroplossingen gaf filtraten, die met salpeterzuur niet meer troebel werden. Wel echter met tannine, ten bewijze, dat, naast de albumosen, eenig pepton aanwezig is, zooals niet anders te verwachten is. De door mij onderzochte preparaten hadden derhalve de gebruikelijke samenstelling en waren bereid in hoofdzaak uit albumosen. In deze gevallen uit de tot deuteroalbumosen en een weinig pepton afgebroken eiwitten, terwijl de minder vlug oplossende preparaten uit de wat minder ver afgebroken en,gemakkelijker uitzoutbare protalbumosen bestaan. Deze laatste zijn door slappere zoutoplossingen uitte zouten, zooals ook uit het onderzoek van K. blijkt (geval 1 en 4). Hoe Kolthoff er toe komt, deze uitzoutmethode met 5 proc. aluin gelijk te stellen aan die met sterke magnesiumsulfaat-oplossing, is mij een raadsel. Dit strijdt met alle ervaring op het gebied de£ eiwitchemie en is, gezien de tweede alinea van zijn artikel, waarschijnlijk zonder experimenteel onderzoek op losse gronden geschied. De conclusie van het artikel is dan ook waardeloos. Rotterdam, 24 April 1928. J. J. L. ZWIKKER. Boekaankondiging, O. von Koritsansk y en Geiza v. Karl owski. Apothekerkalender voor 1928. 56ste jaargang, nieuwe serie, 4de band. Deze nieuwe kalender der Hongaarsche apothekers, die niet minder dan 650 pagina’s groot is, bevat de nieuwe pharmaceutische wetten en verordeningen voor Hongarije, verschillende besluiten van de apothekers vereenigingen, mededeelingen op practisch gebied en verschillende wetenschappelijke onderwerpen. Verder is eraan toegevoegd een lijst van vakbladen uit verschillende landen, een lijst van spécialités, waarvan de verkoop in Hon-

415