Twee cleyne zilvere trechters. Een zilvere vorsken. Een zilvere poeder huysken. Een zilvere once mate. Twee alabastande bossen. Een Raemte met schuyftladen. Ses balancien soe cleyn als groot. Twee ende twintich sirooppotten, Veerthyen groote keulse watercruycken. Twintich cleyne koelse watercruyken. Dertich electnary potten soe cleyn als groot. Ses olye potten.

Acht en twintich salff potten. Twee coepere suyckerpannekens. Een cleyn ijser forneyske. Twee salff beckens. Een syroop becken. Achtyen cassen met gulden letteren geteekent. Drye dobbelde cassen met gulde letteren daer op geteyckenf, Veertich oude doesen ende casskens. Een glase casse. Twee groote ende zes cleyne glase helmen. Golven ende receptacleen. Thyen glase fiolen. Sestyen cleyne glaeskens daer weynich olye ende water in is. Noch eenige gebroecken cruycken en potten ende dosen. Een oude persse. Materialen ende droegen. Vyer stoopen rooswater. Een stoop Boraginis. Ses stoepen weechbaere water. Caneel water »'/3 Naegel water Drye stoepen endune water. Twee stoopen candi bever water. Twee stoop nascaye water. Twee stoopen kenel water. Vyer ponden hordei mundi. Twee ponden arsenici. Nucis vomice vyer oneen. Lapidis calaminaris vyer oneen. Litengyry auri vyer oneen.

406