moeite groote hoeveelheden van- deze tabletten kon bekomen en zoo haar funeste ingevingen kon volgen. Sommigen rieden haar zelfs aan, in plaats vaneen buisje, een groote ziekenhuis-verpakking te nemen, omdat dit voordeeliger was; anderen leverden haar 20 buisjes tegelijk af. Waar het niet voorradig was, werd het oranid-

dellijk besteld en aan buis bezorgd. Op verzoek van haar dochter, die van deze versilavingskwaal wilde genezen worden, wendde de moeder zich tot het Rijksgezondheidsambt, waar men het bericht zeer ernstig aanhoorde en verbaasd was over de onwettige handelingen, welke overal plaats vonden. Het resultaat was echter, dat men mededeelde, dat de klacht niet aan het juiste adres was, maar dat zij moest worden gericht tot bet Staatsbereau voor Voedingsmiddelcontróle. Ook daar werd aandachtig geluisterd naar de klacht, maar ook daar werd zij wederom verwezen inaar een afdeeling ten stadhuize. Zij kreeg daar ten slotte den raad, een lijst op te maken van de drogisterijen, waar het Eucodal gehaald was. Een uitvoerig schrijven en een opgave vaneen 7-tal drogisterijen volgde en werd te bevoegder plaatse ingediend. Er gingen weken voorbij, zonder dat er een antwoord binnenkwam, zoodat de klaagster weer persoonlijk bij het betreffende bureau om inlichtingen ging, waar men er niets meer van wist, omdat er zooveel belangrijke stukken binnen kwamen. De ambtenaar, die haar daar te woord stond, deelde ler geruststelling mede, dat, wanneet deze dingen waren voorgekomen, de betreffende drogisten zeker wel reeds zouden beboet zijn. Bovendien merkte hij op, dat, aangezien het meerendeel dezer drogisten het apothekers-examen had afgelegd, deze ook het Eucodal van den groothandel konden betrekken.' Het eenige mogelijke tot verbetering van deze toestand was, om Eucodal oinder de opiumwet te brengen, maar dat zou nog wel 2 a 3 jaren duren. Ze vroeg toen, of het niet mogelijk was, deze feiten te doen constateercn. maar hierop werd geantwoord, dat men slechts inden uitersten nood tot dezen maatregel zou overgaan en op de vraag, of de door haar aangegeven feiten waren onderzocht en of de bedrijvers daarvan vervolgd waren, bleef men; het antwoord schuldig, omdat dit ambtsgeheimen waren. Uit alles blijkt wel, dat men ook in Berlijn vrij luchthartig over dergelijke gevaren voor de volksgezondheid heenloopt en de staatsmachine stroef en langzaam werkt. (Siidcleutsche Apothekerszeitwig 1928, No. 23). H. DENEMARKEN. Wetsvoorstel inzake vergiftige en andere voor de gezondheid schadelijke stoffen. Ingediend is een wetsvoorstel tot vervanging van de verouderde wetgeving op het punt van den handel in vergiftige en andere voor de gezondheid schadelijke stoffen. Een exemplaar van dit voorstel inde Dteensche taal ligt bij Afd. Handel en Nijverheid voor belanghebbenden ter inzage. Van de verschillende voorschriften zij vermeld, dat voor sommige vloeistoffen het gebruik vaneen bepaald soort flesschen wordt verplichtend gesteld, met het verbod, om deze flesschen ook voor

327