dein. artikel 11, eerste lid, genoemde commissie, moet door Je inrichting ƒ 25 worden betaald.

5. Voor elk door de commissie, geteemd in anikel 11, eerste lid, naar aanleiding vaneen herhaald onderzoek van den inspecteur van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid ingesteld, onderzoek van sera en vaccins of van bij de bereiding daarvan gebruikte grondstoffen, instrumenten of hulpmiddelen moet, indien uit dit onderzoek blijkt, dat het onderzochte niet aan de gestelde eischen voldoet, worden betaald: I°. voor onderzoek vaneen serum of vaneen vaccin op de algemeene eischen van deugdelijkheid, bedoeld in artikel 6, onder 16.l6. tot en met 6°. f 15; 2°. voor onderzoek van grondstoffen, instrumenten of hulpmiddelen ƒ 10.—. 6. Voor een onderzoek vaneen serum of een vaccin, omtrent hetwelk eischen gesteld zijn, bedoeld in anikel 6, onder 7°., of artikel 7, onder 4°., moet, ongeacht den uitslag van het onderzoek, eendoor Ons: voor elk serum of vaccin vast te stellen bedrag worden betaald. 7. Onverminderd de verplichtilngen, uit internationale overeenkomsten voortvloeiende, moet voor een onderzoek vaneen serum of een vaccin, bedoeld in artikel 12. eerste lid, op de algemeene eischen van deugdelijkheid, vermeld in artikel 6, onder I°. tot en met 6°., ongeacht den uitslag van het onderzoek, worden betaald: f 15, terwijl bovendien, voorzoover het sera en vaccins betreft, omtrent welke eischen gesteld zijn, bedoeld in artikel 6, onder 7°., of artikel 7, onder 4°., voor elk onderzoek op gehalte vaneen serum of een vaccin het in het vorig lid bedoeld bedrag moet worden betaald. Art. 14. Dit besluit treedt in werking met ingang van den dag, waarop de wet van 21 April 1927 (Staatsblad no. 91) in werking treedt. Uitvoer per post van verdoovende middelen. In verbaind met de invoering hier te lande van het uitvoercertificafen-stelsel, mogen postpakketten of doosjes met aangegeven waarde, waariln zich opium, morphine, cocaïne of andere verdoovende middelen 'bevinden of vermoed worden, zich te bevinden, alleen ter verzending worden aangenomen, ilndien zij vergezeld zijn vaneen door of namens den minister van arbeid, handel en nijverheid afgegeven uitvoeroertificaat. Worden pakketten of doosjes ter verzending aangeboden met douaneverklaringen, waarop de inhoud ander een algemeene benaming is aangegeven (b.v. geneesmiddelen, pharmaoeuüsche producten e.d.), waaronder ook opium, morphine, enz. vallen, dan moet, indien geen uitvoercertificaat is bijgevoegd en de afzender verklaart, dat inde zending geen opium of andere verdoovende middelen zijn gesloten, gevorderd worden, dat eendoor den afzender zelf onderteekende verklaring te dezer zake op de douaneverklaringen wordt gesteld. De regeling treedt in werking met betrekking tot verzending naar landen in Europa op 1 April 1928 en naar landen buiten Europa op 1 Juli 1928. Het in het eerste lid bedoelde certificaat treedt alsdan

324