kappen gesloten flesschen, waarop duidelijk moet zijn aangegeven, welk vaccin zij bevatten en in welke verdunning.
5. Niet tot leveren van geneesmiddelen bevoegde geneeskundigen mogen de door hen van de inrichtingen, die deze stoffen bereiden, betrokken sera en vaccins slechts gebruiken voor aanwending bij hunne patiënten. Art. 11.1. De bereiding, de deugdelijkheid, de bewaring, het vervoer en de aflevering van sera en vaccins; worden gesteld onder toezicht vaneen commissie uit den Gezondheidsraad. 2. Bovendien wordt elke inrichting minstens éénmaal per jaar dooreen of meer door Onzen Minister aan te wijzen inspecteurs van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid onderzocht. 3. Indien dooreen der inde beide voorgaande leden genoemde personen een nader deskundig onderzoek omtrent de deugdelijkheid der ineen inrichting aanwezige sera of vaccins of van ter bereiding daarvan gebruikte grondstoffen, instrumenten of hulpmiddelen noodig wordt geoordeeld, moet, zonder geldelijke vergoeding, de noodige hoeveelheid van het te onderzoeken materiaal voor het onderzoek worden afgestaan. 4. Evenzeer moeten van de sera en vaccins, omtrent welke eisohen gesteld zijn, bedoeld1 in artikel 6, onder 7°., of artikel 7, onder 4°., de voor het onderzoek op gehalte noodige hoeveelheden, zonder geldelijke vergoeding worden afgestaan. 5. Dein het derde lid bedoelde deskundige onderzoekingen omtrent de deugdelijkheid der inde inrichting aanwezige sera of vaccins of van ter bereiding daarvan gebruikte grondstoffen, instrumenten of hulpmiddelen worden ingesteld door dein het eerste lid bedoelde commissie. Art. 12.1. Onverminderd de verplichtingen, uit internationale overeenkomsten voortvloeiende, is invoer van sera en vaccins slechts toegestaan, indien uiteen door de commissie, bedoeld in artikel 11, eerste lid, ingesteld onderzoek blijkt, dat zij voldoen aan de eischen van deugdelijkheid, gesteld bij of krachtens de artikelen 6 of 7 en aan die van vervoer, gesteld in artikel 9. 2. Voorzoover het sera en vaccins betreft, die in het land van herkomst aan Staatscontrole zijn onderworpen, moeten zij tevens het daar te lande vereischte kenmerk, dat zij aan de eischen dier controle hebben voldaan, dragen. Art. 13. 1. Inde kosten van het in het tweede lid valnt artikel 11 bedoelde jaarlijksche onderzoek moet door iedere inrichting, die sera en vaccins bereidt, aan het Rijk f 20 worden bijgedragen. 2. Voor elk ingevolge het derde lid van artikel 11 noodig geoordeeld onderzoek, moet door de inrichting / 10 worden betaald, indien door dit onderzoek blijkt, dat het onderzochte niet aan de gestelde eischen voldoet. 3. Indien hij, die het jaarlijksch onderzoek instelt, meent, dat meer geregeld toezicht op korteren termijn voor een! bepaalde inrichting, waar sera en vaccins worden bereid, noodig is, kan Onze Minister herhaald onderzoek gelasten. 4. Voor elk door Onzen Minister gelast herhaald onderzoek door
323