krachtens artikel 3 gegeven, en in beslag te nemen alles, wat dienen kan tot bewijs der overtreding. 2. Zij hebben te allen tijde toegang: a. tot de voer- en vaartuigen, waarvan hun bekend Is of redelijkerwijze door hen kan worden vermoed, dat daarmede in artikel 3 bedoelde stoffen worden ingevoerd of vervoerd of zich bevinden;
b. lot de plaatsen, waar dein artikel 3 bedoelde stoffen worden bereid, of waar redelijkerwijze vermoed kan worden, dat zij warden bereid. 3. Wordt hun de toegang geweigerd, dan verschaffen zij zich dien desnoods met inroeping van den sterken arm. 4. In plaatsen, die tevens woningen zijn \of ajileen dooreen woning toegankelijk zijn, treden zij tegen den wit van den bewoner niet binnen dan op vertoon vaneen schriftelijken bijzonderen last van den burgemeester of van den kantonrechter. 5. Van dit binnentreden wordt door hen piroces-verbaal opgemaakt, dat binnen tweemaal vier en twintig uren aan hem, in wiens woning is bdmengetreden, in afschrift wordt medegedeeld. 'Art. 8. 1. Hij, die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 2 of met de voorschriften, door Ons krachtensi artikel 3 gegeven, wordt gestraft met geldboete van ten; hoogste duizend guldten. 2. Dein beslag genomen stoffen worden verbeurd verklaard en, zoo noodig, onbruikbaar gemaakt. 3. Dein lid 1 van dit artikel strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen. 4. Op die feiten zijn niet van toepassing de strafbepalingen, voorkomende inde wetten betreffende de invoerrechten en accijnzen. Art. 9. Indien een feit, bij artikel 8 strafbaar gesteld, wordt begaan door of vanwege een naamiooze vennootschap, een coöperatieve of andere rechtspersoonlijkheid bezittende vereeniging of een stichting, wordt de strafvervolging ingesteld en de straf uitgesproken tegen de leden van het bestuur. Art. 10. 1. Deze wet kan worden aangehaald onder den raam van „wet op sera en vaccinsI’’,1’’, met1 vermelding van den jaargang en het nummer van hel Staatsblad, waarin zij is geplaatst. 2. Zij treedt in werking met ingang vaneen nader door Ons te bepalen dag. BESLUIT van den 22sten Februari 1928 (Staatsbl. no. 40), ter uitvoering van de artikelen 2,3 en 4 der wet op sera en vaccins (Staatsblad 1927, no. 91). Art. 1. Dit besluit verstaat onder „Onzen Minister”, den Minister, belast met de uitvoering van de wet op sera eni vaccins (Staatsblad 1927, no. 91). Art. 2. Voor de toepassing van de wet op sera en vaccins (Staatsblad 1927, no. 91) worden beschouwd: a. als sera; stoffen cf mengsels var. stoffen, afkomstig van gezonde of zieke menschen of dieren, bestemd voor gebruik bij Jen mensch ter herkenning, voorkoming of genezing van ziekten. Ais sera werden niet beschouwd crganotherapeutische preparaten;
318