mededeeling daarna, dat de bereiding het beste fabriekmatig kan geschieden, doet dan daarna voor den deskundige wel eenigszins zonderling aan.

Het „Sulfosin Leo” komt nu inden handel in ampullen. De zwavel bevindt zich daarin prachtig kristallijn, makroskopisch reeds te zien, afgescheiden. Door verwarming in water bij 90°— 100° lost zij echter (hoewel niet geheel helder) weer op. Dit is blijkens zijn mededeeling door den schrijver echter niet gedaan. Zonder meer is echter duidelijk, dat men de suspensie met de kristallijne zwavel niet voor injectie kan gebruiken. Het leek me daarom wel wenschelijk, eens na te gaan, of eigen bereiding in plaats van de aangeprezen fabriekmatige bereiding niet van voordeel zou kunnen zijn. Als zwavelpraeparaten kwamen in aanmerking Sulfur praecipitatum en het sulfidal, z.g. „colloïdale” zwavel2). Deze laatste moet, zooals bekend, als fijn verdeelde zwavel worden aangemerkt. Het bevindt zich in het geheel niet in colloïde oplossing, waarvan men zich gemakkelijk kan overtuigen door mlikroskopisch onderzoek. Het bevat 20 pCt. eiwit. Dit is een groot nadeel. Ten eerste bestaat dan de onzekerheid, of de werking aan de zwavel of aan het eiwit moet worden toegeschreven, daar eiwitstoffen juist inde „Reiztherapie” worden gebruikt. Ten tweede kan natuurlijk de oplossing in olie nimmer helder worden; het eiwit blijft onopgelost. De mededeeling van den schrijver, dat zwavel niet in olie oplost, is echter onjuist3). Het lost b.v. voor 3 pCt. in Adeps Lanae op. Ik bereidde nu de volgende oplossingen: 1.1 pCt. oplossing van Sulfur praecipitatum in olijfolie. 2.1 pCt. oplossing van Sulfidal in olijfolie. 3.1 pCt. oplossing van Sulfur praecipitatum- in Adeps Lanae + Paraff. liq. (3 g. en 7 g.). 4.1 pCt. oplossing van Sulfidal in hetzelfde mengsel. Deze oplossingen werden alle in tweeën verdeeld, om de werking van de oplossing en eventueele suspensie, indien de zwavel na bekoeling zich mocht afscheiden, te kunnen vergelijken. Het steriliseeren geschiedde op de bekende wijze: de olie werd afzonderlijk bij 120° gedurende twee uren gesteriliseerd: de zwavel onder aseptische voorzorgen er mede afgewreven, en nog één uur nagesteriliseerd. Het bleek nu, dat de zwavel bij oplossing 1. volkomen oploste en ook na bekoeling bleef opgelost. Alleen bij staan en koel

312