De nieuwe Opiumwet. Het wetsontwerp, houdende bepalingen omtrent het opium en andere verdoovende middelen, is zonder beraadslaging af hoofdelijke stemming door de Tweede Kamer aangenomen. In ons volgend no. zullen we het ontwerp in extenso opnemen.

Geheimmiddelen. De minister van financiën heeft ingetrokken de gedane aanwijzing als geheimmiddel van Bilivalpillen (Ingelheim) en de aanwijzing van geheimmiddelen! aangevuld met Entfettungstabletten dr. August Liingfier; Supremadruppels. (Stct.) Informaties over Lijst C. Door het Hoofdbestuur van den Nederl. Drogistenbond werd het onderstaand schrijven ontvangen van den Voorzitter van den Gezondheidsraad: „De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid heeft den Gezondheidsraad opgedragen, van advies te dienen omtrent een eventueele herziening van de aanwijzing, bedoeld in art. 30 van de Wet van 1 Juni 1865, St.bld. 61, regelende de uitoefening der Artsenijbereidkunst (Lijst C). In verband met de uitvoering van deze opdracht zou het dienstig kunnen zijn, indien de Gezondheidsraad in kennis werd gesteld met Uwe zienswijze met betrekking tot de wenschelijkheid van wijziging der geldende lijst van geneesmiddelen, die, behalve door de apothekers en door de geneeskundigen, tot het afleveren van geneesmiddelen bevoegd, niet mogen worden verkocht beneden de hoeveelheid, in die lijst bepaald voor elk dier middelen. Ik veroorloof mij daarom, U uitte noodigen, mij concrete mededeelingen te willen doen toekomen, nopens de artikelen, die naar Uw meening in aanmerking zouden komen, om van de bestaande lijst C te worden afgevoerd, dan wel daaraan te worden toegevoegd, alsmede ten opzichte van de wijziging in: de bepaling van de hoeveelheden, gelijk die thans voor de onderscheidene stoffen geregeld is, welke U eventueel mocht verlangen te zien aangebracht. Gaarne zou ik Uw bericht, kon het wezen ongeveer 15 April, tegemoet zien.” Eischen van wetenschappelijk hulppersoneel. Op het demonstratief Congres voor de hoofdarbeiders, waaraan ook de Apothekers-assisteritenbond deelnam, en waarop de Heer Kamermans namens zijne collega’s getuigde, dat voor de apothekersassistenten de rechtstoestand nog alles te wenschen overliet, werd de volgende resolutie met algemeene stemmen aangenomen. Het congres enz., overwegende, dat verbetering van de rechtspositie der hoofdarbeiders een dringende eisch is, dat het noodzakelijk en mogelijk is, dat daartoe in onderling overleg tusschen werkgevers en werknemers doelmatige regelingen worden vastgesteld, dat de medewerking van den wetgever niet kan ontbreken, vooral zoolang het collectief arbeidscontract voor de hoofdarbeiders geen meerdere toepassing vindt, dan op het oogenblik het geval is;

212