Bohrisch, van wien het oorspronkelijk voorschrift voor phosphorparaffine afkomstig is, wijst er op, dat de bezwaren, door S t i c h aangehaald, o.a. verklaard kunnen worden door het feit, dat in het D. A. B. te weinig aether Is voorgeschreven; in plaats van 2,5 pCt. moet ten minste 5 pCt. gebruikt worden. Ook de hoedanigheid van de paraffine en van den phosphorus zouden op de kwaliteit van het eindpreparaat invloed hebben. Hij geeft ten slotte nadere aanwijzingen voor de bereiding. G ad a me r eindelijk, in wiens laboratorium het bedoelde pharmaoopee-artikel uitgewerkt is, geeft aam Stich toe, dat het voorschrift nog voor verbetering vatbaar is. Hij heeft ook deeltjes in colloïdalen toestand waargenomen, die echter niet uit phosphorus, maar uit oxydatieprodukten daarvan bestonden. De eveneens waargenomen troebeliing vindt hare oorzaak in die oxydatie bij toetreding van vochtige lucht. De eisch, dat het preparaat helder moet zijn, zal uit het D. A. B. moeten verdwijnen. Een lichte troebeling moet toegelaten, oplossingen met duidelijk bezinksel mogen echter niet gebruikt worden. Het versch bereide preparaat moet in bruine, droge, geheel gevulde en goed gesloten flesschen afgepakt en: koel en tegen het licht beschut bewaard worden. V. I. Het bereiden var recepten met novocaïne en suprarenine. De I. G. Farbenindustrie A. G. (Pharmaz. Berichte, 1927, no. 4) wijst er op, dat sommige medici en vooral tandartsen recepten afgeven inden vorm; R. 2 pCt. novocaïne-suprarenine-ampullen, terwijl dit recept zou moeten luiden: , R. Novocaini 0,02 Sol. Hydr. Suprar. (1 : 1000) 0,06 Chloret. natrici 0,006 Aq. dest. ad 1,0 Een dergelijke oplossing wordt door de I. G. Farbenindustrie inden handel gebracht als novocaïne-supraremne-oplcssing (B) 2 pCt. Een oplossing (E) 2 pCt. is gelijk aam de bovenstaande, doch in plaats van Chloret. natric. 0,006 is gebruikt 0,0045 keukenzout en 0,004 kaliumsulfaat. Voor kaak- anaesthesie dient een 4 pCt. oplossing, als (Mj) aangeduid volgens het recept: R. Novocaini 0.04 Sol. Hydr. Suprar. (1 : 1000) 0,05 Chloret. natrici – 0,002 Aq. dest. ad 1,0 Voor infiltratie-anaesthesie wordt de 0,5 pCt. oplossing (A) gebruikt, die op een totaal gewicht der oplossing van 25,0 g. van de 3 reeds meermalen genoemde stoffen, resp. 0,125, 0,125 en 0,225 g. bevat. De soms gevraagde 10 pCt. oplossing voor ruggemerg-anaesthesie heeft op een totaal gewicht van 2 g. der oplossing resp. 0,2, 0,25 en 0,018 g. der componenten. De gewoonlijk gebruikte inspuiting in het ruggemergkanaal, door de firma als 5 pCt. (C) aangeduid, heeft echter de samenstelling: R. Novocaini 0,15 Sol. Hydr. Suprar. (1 : 1000) 0,25 Aq. dest. ad 3,0
126