terd. Het onderzoek is opmerkelijk, om een eenvoudige inrichting, die aangegeven wordt, om de zaden van de zaadhuiden te ontdoen. ZW.

Het bereiden vaneen 90 pCt. houdbare paraffine-emulsie kan geschieden naar het volgende voorschrift, dat ontleend is aan een ingezonden stuk inde Farrnaceutisk Tidende (1927, 478). De bestanddeelen zijnde volgende: Oleum Arachidis 16 g. Acid. oleinic. pur. 4 g. Ammon. liquida 6 g. Aqua destill. 80 g. Paraffin. liquid. 2000 g. Solut. Saccharini 15 pCt. 24 g. Spirit. Menthae pip. (1=8) 20 g. Spiritus 20 g. Aqua destill. 75 g. Oe bereiding geschiedt aldus: De olie, het oliezuur en de ammonia worden ineen mortier goed gemengd en met het water tot een gelijkmatige massa aangeroerd. Onder voortdurend roeren wordt dan de paraffine bijgegoten, eerst langzaam, daarna ineen voortdurenden straal, met de snelheid, waarmede dit uiteen flesch van 500 g. met niet te wijden hals kan geschieden. Het roeren wordt nog 2 minuten voortgezet, de sacchardneoplossing bijgedruppeld en daarna in kleine hoeveelheden- het water en het mengsel der beide spiritueuze vloeistoffen toegevoegd. De stamper en mortier worden vervolgens met een kaart schoongekrabd en het mengsel nogmaals geroerd, om ten slotte in flesschen met 2,5 cm. halswijdte overgebracht te worden. Wanneer de emulsie te dik mocht zijn, kan, door toevoegen van een weinig spiritus, daaraan tegemoet gekomen worden. De inzender geeft het preparaat den naam „paramint”. Ook komt de emulsie, gearomatiseerd met ananasessence, als „paranas” inden handel. De flesschen worden voorzien vaneen etiket: „vóór het gebruik omschudden.” V. I. Phosphorus solutus van het D. A. B. VI. Inde nieuwe Duitsche Pharmacopee is onder den naam Phosphorus solutus een oplossing van 1 d. phosphor in 194 d. vloeibare paraffine met 5 d. aether opgenomen. Dit preparaat heeft onlangs inde Pharmazeatische Zeitung (1927, 765, 863 en 881) een polemiek doen ontbranden, waaraan door 3 vooraanstaande Duitsche pharmaceuten is deelgenomen. Stich heeft den knuppel in het hoenderhok geworpen, door te beweren, dat Phosphorus solutus geen oplossing is. Hij steunt daarbij op de volgende waarnemingen: le. het preparaat is een grove dispersie, zooals reeds bij microscopische beschouwing bij 300-voudige vergrooting, verder met behulp van zilvernitraat-acetonoplossing en met het ultramicroscoop, is waar te nemen; 2e. door centrifugeeren kan een gedeelte van den phosphorus afgescheiden worden. Hij ontraadt het gebruik van het preparaat, omdat bij staan ontmenging intreedt, waarbij de bovenste laag volkomen helder, het onderste deel belangrijk troebeler wordt.

125