blijkt, dat zoowel aether, welke alkobolvrij was, als die, waaraan 112 pCt. en 2 pCt. alkohol was toegevoegd, onder ibvloed van het liciht ontleden. Uit deze proeven blijkt, dat bij eene toevoeging van 1 pCt. alkohol het minst de invloed van het licht werd bemerkt. Wanneer aether met verschillend alkohol gehalte in het donker wordt bewaard, treedt er geen ontleding op. Indien men dus voor mengnarcose aether met een hooger alkoholgehalte wenscht te gebruiken, dan moet deze alkohol eerst korten tijd voor de narcose worden toegevoegd. Als meest gevoelige reactie, om de aanwezigheid van waterstofperoxyde en dioxyaethylperoxyde aan te toonen, beveelt T. de phenolphthalineproef van Stam aan, terwijl voor het aantoonen van acetaldehyde en vinylaldehyde de Nesslersche proef de voorkeur verdient. De volgende wijziging voor de Stamsche proef wordt voorgesteld: Wanneer 1 cm3, aether gegoten wordt op een mengsel van 1 druppel phenolphthaline-reagens, 3 druppels kopersulfaat één op 2000 en 2' cm3, water, dan mag binnen een half uur geen roode ring op de scheidingsvlakte ontstaan. Het reagens wordt bereid, door 1 g. phenolphthaleïne met 5 g. zinkpoeder en 10 g. natrium-oxyde, in 20 g. water cpgelcst, te koken, tot het ontkleurd is en dan tot 50 cm3, te verdunnen. (Pharmacia 1926, No. 5) H. Bepaling van benzaldehyde in laurierkerswater. Morv ill e z en Défossez (Jonrn. Pharm. Chim. 1927. VI, 204) bevelen 2 methoden aan ter bepaling van benzaldehyde in laurierkerswater. le. Met kaliumperrnanganaat. 1 cm3, van het water wordt gemengd met 5 cm3, zwavelzuur (I=s vol.) en 10 cm3. Vu, N. permanganaat. Na een uur wordt 10 cm3. VlO N. ferro-ammoniumsulfaat toegevoegd en met Vmo N. permanganaat reruggetitreerd. 1 cm . "/100 N. permanganaat komt (empirisch gevonden) overeen met 1.35 mg. benzaldehyde. Nitrobenzol gebruikt geen permanganaat, daarentegen werkt tincyanide, dat dikwijls in laurierkerswater, uit metalen: apparaten gedestilleerd, voorkomt (zie o.a. Pharm. Weekbl. 1927, 1108), storend. 2e. Met chroomzuur. 25 cm3, laurierkerswater wordt ineen scheitrechter geschud met 4 cm3, natronloog. Na 20 minuten wordt achtereenvolgens 25 cm ’. 5 pCt. kaliumbichromaatoplossing en, onder afkoeling, 50 cm3, zwavelzuur toegevoegd. Na IV2 uur wordt de vloeistof nog verdund met 30 cm', water, en, na bekoeling, uitgeschud met 50 cm3, chloroform, in 5 malen verdeeld. De verzamelde chloroformoplossingen worden nog verdund met 50 cm3, zuivere chloroform en door schudden met kleine hoeveelheden water van zwavelzuur bevrijd. Het gevormde benzoëzuur kan nu getitreerd worden (door de chloroform te schudden met 20 cm3. Vio N. loog en de waterige vloeistof terug te titreeren met Vin N. zuur), of wel gewogen na voorzichtig afdestilleeren van de chloroform en drogm gedurende V2 uur bij 45°. Het gewicht aan benzaldehyde wordt verkregen door vermenigvuldiging met 0,8688. V. I. Bepaling van coffeïne volgens S. Gob er t (Ann. fals. et fraudes, door Jonrn. Pharm. Chim. 1927, VI, 174). 5 g. zeer fijn! gemalen
122