en wordt door hen aan een bepaald merk niet gehecht, mits slechts de apotheker instaat voor de deugdelijkheid van het door hem afgeleverde product. Zoo is het ten minste in Rotterdam, wat mij overduidelijk bleek na een voordracht, die ik op uitnoodiging van de Afdeeling van de Mij. t. b.d. Geneeskunst, op hun verlangen speciaal over dit onderwerp, hield. Het specialitéboekje moet dus niet terzijde geworpen worden. Integendeel, getracht moet worden, de daarin voorkomende synoniemen inde medische wereld ingevoerd te krijgen. Neemt het voorschrijven van geneesmiddelen met een gedeponeerde n fantasienaam af, dan zal ook geleidelijk de vraag daarnaar in den handverkoop verminderen. Het publiek, dat op eigen hand geneesmiddelen koopt, zal natuurlijk steeds bepaalde, bekende merken blijven verlangen. Dit is evenwel geen reden, om niet met kracht op den vroeger ingeslagen weg door te gaan. Rotterdam, 14.1. ’2B. J. J .L. ZWIKKER. Berichten, Geneeskundige Dienst. Blijkens een min. beschikking, opgenomen inde dezer dagen verschijnende Legerorders, is in verband met het gestelde in het K. B. van 19 Maart 1927, no. 2, bepaald, dat dir. officieren van gezondheid, officieren van gezondheid, dir. paardenartsen, paardenartsen, dir. mal. apothekers, mil. apothekers, bij bevordering tot den naast-hoogeren rang, tevens in het genot worden gesteld van de aan den nieuwen rang verbonden bezoldiging. Deze beschikking wordt geacht in werking te zijn getreden op 24 Maart 1927. Eenheid in Ziekenfondsen. Motie der Landelijke Federatie ter behartiging van het ziekenfondswezen. Naar aanleiding van de besprekingen tusschen het Hoofdbestuur der Mij. tot bevordering der Geneeskunst en het R.-K. Vakverbond, heeft het bestuur der Landelijke Federatie ter behartiging van bet Ziekenfondswezen de volgende motie aangenomen: De bestuursvergadering der Landelijke Federatie ter behartiging van het Ziekenfondswezen, gelezen de besprekingen, die hebben plaats gehad tusschen het Hoofdbestuur van de Mij. tot bev. der Geneeskunst en het bestuur van het R.-K. Vakverbond over het oprichfen van R.-K. Ziekenfondsen en het daaruit gevolgde voorstel van het Hoofdbestuur aan een in Januari te houden alg. vergadering, om medewerking te verleenen aan het oprichten van dergelüke fondsen, spreekt haar ernstige teleurstelling uit over dit voorstel tot medewerking. omdat deze fondsen noch zifn in het belang der volksgezondheid, noch in het belang der ziekenfondsleden en omdat hiermede het ziekenfondswezen nog meer verbrokkeld zal worden dan tot heden en het gevolg van deze medewerking zal ziin het oprichten van ziekenfondsen van alle mogelijke religieuze en politieke richtin-
78