genomen en de laagst verkregen cijfers als coëfficiënten vermeld. Zij drukken de hoeveelheden van het geneesmiddel uit, oplosbaar in 100 gram glycerine. De volgende waarden werden voor de oplosbaarheidscoëfficiënten gevonden: Aantal grammen der stof, dat oplost in 100 gram glycerine. Glycerine j Glycerine NAAM. s. g. 1,2308 s. g 1,2612 temp 20° temp. 20°. Acetas aethylicus 1,8 1,9 Acetas aethylicus 1,8 2 (met 1,8 °/0 alkohol) Acidum stearinicum 0,066 0,089 Anaesthesinum 0,88 0,65 1) Arsenas natricus 44 64 2) Carbonas ammonicus 13,7 19,8 Carbonas Guaiacoli 0,039 0,043 3) Guaiacolum 9,05 13,1 Hydrochloras Codeini 4,7 11,1 Hypophosphis calcicus 3,2 2,5 4) Hypophosphis natricus 42,2 32,7 Novocainum 7,8 11,2 Phenacetinura 0,3 0,47 5) Phenolum 361,8 276,4 Pyrophosphas natricus 9,6 6) Sulfas Atropini 45,8 45,2 7) Tanninum 4-100 +IOO 8) Tannas Chinini 2,45 2,8 Tannas Chinini 2,5 2,86 (met 2,8 % water) Theobrominum 0,017 0,028 Valerianas zincicus 0,382 0,836 Vanillinum 3,4 8,2 « 1) Dor va uit. L’Officinc de Pharm. pratique 1923: 50; A. M. Ossendowski. Journal der Russ. Phys. Chcm. Ver. 1906: 50. 2) M. j. Schrö d er. Leerboek der Recepteerkunde: 25: S q u i r e ’s Companion to the Brit. Pharm. 1920: 20; Brit. Pharmac. Codex 1923: 20; Hjagersi Handlbuch der Pharm. Praxis 1920: 20: Dor va u 11. L'Officine de Pharm. pratique 1923: 20; A. M. Ossendowsk 1. Journal der Russ. Phys. Chem. Ver. 1906: 20. 3) Sq ui re’s Companion to the Brit. Pharm. 1920; in alle verhoudingen mengbaar: Brit. Pharmac. Codex 1923: in

1208