weder van onderaf bereikt moet worden. In zulk een geval kan men eene verzadigde oplossing bij 10 a 15° bereiden, waaruit de overmaat van de stof bij verwarming tot 20° uitkristalliseert. Ook kan er door verwarming eene chemische verandering plaats vinden, zooals bij natriumpyrophosphaat, waarbij waarschijnlijk natriurnglycerophosphaat gevormd wordt.

Bij kristalwaterhoudende zouten doet zich de miogelijkheiö voor, dat nog kristalwater van de overmaat van het zout door de omgevende oplossing onttrokken wordt. Dit zal afhangen van de verhouding van de waterdampspanning van de gevormde oplossing tot die van het kristalwater bevattende zout. Zoo wordt bij het oplossen van natriumpyrophosphaat in 1,23— glycerine de relatieve dampspanning der verzadigde oplossing grooter dan 0,45, die van het zout, en dus zal onttrekking van kristalwater achterwege blijven. Inde 1,26 glycerine wordt de relatieve dampspanning door het opgeloste zout niet voldoend' verhoogd en heeft er wel onttrekking plaats. De spanning van het kristalwater van natriumarsenaat bedraagt relatief 0,40 en is kleiner dan de relatieve damipspanningen der verzadigde oplossingen van het zout in beide glycerinesoorten Daarom zal dus bij het bereiden der verzadigde oplossingen van natriumarsenaat inde beide glycerinesoorten het kristalwater van de overmaat van het zout door de bovenstaande oplossing niet onttrokken worden. De sterkte der gebruikte glycerinesoorten werd afgeleid uit de brekingsindices. Voor de refractie van watervrije glycerine, verkregen door drogen boven phosphorpentoxydc ineen vacuumexsiccator, waarbij met den waterdamp ook eenige glycerine vervluchtigt, werd gevonden 1,4749 bij 15° en 1,4737 bij 20°. In Benedikt-Ulzer, Analyse der Fette, wordt voor den brekingsindex van watervrije glycerine opgegeven; 1.4727 bil 17V2°' volgens Strohmer en 1.4742 bij 15° volgens Ska Iw ei t. De gebruikte glycerine bevatte eene kleine hoeveelheid vrij zuur en ester: 100 gram 1,26 glycerine gebruikten na verzeeping 3,5 cm3. Vio N. loog ter neutralisatie. Prof. Dr. N. Schoorl vond voor, door herhaalde omkristallisatie, gezuiverde glycerine een brekingsindex van 1,4745 bij 20°. De gevolgde bepalingsmethoden leidden tot waarden, voldoende nauwkeurig voor de praktijk der pharmacie en techniek. De fouten, bij de analyses gemaakt, werden in aanmerking

1207