No. 2 en 3 voldoen aan de eisohen der Pharmacopee, no. I bevat het kwik ineen veel fijner verdeelden toestand dan de Pharmacopee aangeeft; no. 4 en 5 voldoen niet aan de Pharmaccpee. De snelmethode van no. 5 levert een ondeugdelijke zalf.
Bij herhaling der proeven werden de uitkomsten van bovenstaand onderzoek bevestigd; er werd echter een kleinere hoeveelheid kwikzalf bereid (25 g.). Voor het dooden van 7,5 g. kwik was bij bereiding volgens no. 1: 3 uur, volgens no. 5: 5 minuten noodig, de tijden voor de andere bereidingsmethoden waren dezelfde. Ten slotte werden nog de methoden van andere pharmacopeeën met die der Nederlandsche Pharmacopee vergeleken. De bereiding geschiedde thans inden zomer bij ongeveer 20°. Methode der Amerikaansche Pharmacopee (10e Ed.). Hierbij wordt ineen warmen mortier 50 g. kwik gewreven met 2 g. kwikoleaat, totdat het kwik gedood is. Na 15 minuten wordt een samengesmolten en ten deele bekoeld mengsel van 23 g. schapenvet en 25 g. Adeps suillus benzoatus toegevoegd. Volgens dit voorschrift verkrijgt men de fijnst verdeelde kwikzalf, indien men den mortier niet voortdurend verwarmt. Een veel minder fraai preparaat verkrijgt men, wanneer het dooden van het kwik op een kokend waterbad geschiedt. Methode der Zwitsersche Pharmacopee (1907), 30 g. kwik worden doodgewreven met 6 g. Adeps Lanae, onder toevoeging van aetherische benzoëtinctuur. Daarna wordt een samengesmolten en ten deele bekoeld mengsel van 16 g. schapenvet en 48 g. reuzel toegevoegd. Deze methode leidt spoedig tot een behoorlijke verdeeling van het kwik. Methode van de Duitsche Pharmacopee (6e Ed.). 30 g. kwik worden met een mengsel van 5 g. wolvet en 1 g. olijfolie doodgewreven. Vervolgens wordt een samengesmolten en ten deele bekoeld mengsel van 40 g. reuzel en 24 g. schapenvet toegevoegd. Aldus verkrijgt men spoedig de verdeeling van het kwik. Deze verdeeling is echter niet zeer fijn, en wordt ook door langer wrijven niet veel beter. Methode der Fransche Pharmacopee (1927). Volgens dit voorschrift worden 50 g. kwik bij kleine beetjes gewreven met 15 g. te voren gesmolten Adeps suillus benzoatus, waarbij men zorg draagt, dat het vet voldoende week blijft.
1172