bevrijd van het papier en na drogen inden exsiccator met het zuur gewogen. Vervolgens wordt het zuur met aether weggespoeld en de buis leeg gewogen, om uit het verschil de hoeveelheid conserveermiddel te vinden.
Bijgevoegde analyseresultaten pleiten, zeer voor de bruikbaar heid der methode. Deze is nog niet als de officieele aangekondigd, doch is slechts voorloopig ter kennis van belanghebbenden gebracht. y. i. Boekaankondiging. Die Metliodik der Fermente, unter Mitarbeit von Fachgenossen herausgegeben von Carl Oppenheimer und !. udwig Pincussen. Lieferung [ mit 181 Abbildungen. Geor g Th ieme-Verlag, blz. X en 320, prijs M. 28. De vijfde, geheel nieuw bewerkte, uitgave vau Oppenheime r’s standaardwerk „die Fermente und ihre Wirkungen” is sedert eenigen tijd compleet in 2 deelen, tezamen ruim 2000 bladzijden tellende. Na dien verscheen een kleiner „Lehrbuch der Enzyme", toch nog met 660 bladzijden, dat, evenals het groote boek, onder medewerking van P. Kuhn tot stand kwam en voor het volgende jaar is reeds een nieuw geesteskind van Oppenheimer met een staf van medewerkers aangekondigd, dat den titel „die Technologie der Fermente” zal dragen. In afwachting is thans ook nog de eerste aflevering van „Die Methodik der Fermente'' verschenen. Dit deel is haast uitsluitend gewijd aan de algemeene methodiek. Het behandelt de physische methoden (polarimetrie, refractometrie, iriterferometrie, nephelometrie, spectraal-photometrie en colorimetrie), de physisch-dhemische methoden (viscositeit, oppervlaktespanning, potentiometrische meting van waterstofionenconcentratie, bepaling van waterstofionenconcentratie met behulp van indicatoren, bepaling van het geleidingsvermogen en osmotische druk) en de chemische methoden (micro-elementairanalyse volgens Pre g 1). Al deze onderdeden zijn duidelijk en zakelijk bewerkt, een gevolg van de omstandigheid, dat de redactie er in geslaagd is, om die bewerking te doen geschieden door erkende deskundigen op de verschillende gebieden (wij noemen slechts Loewe, Lifschitz en Micha e I is); dein den tekst geplaatste afbeeldingen zijn zeer duidelijk en fraai. Aan het eind van deze eerste aflevering is een begin gemaakt met de behandeling van de „Substrate1’ en wel die voor de carbohydrasen (suikers, zetmeel, dextrine, glycogeen, cellulose en hoogere koolhydraten, glucosiden), waarvan bereiding en eigenschappen gegeven worden, dan, volgt een kort hoofdstuk over de substraten der lipasen, om te blijven steken in die der proteolytische fermenten. Elke afdeeling vond ook weer zijn specialen bewerker. De uitvoering van het werk, in kwartoformaat, doet den uitgever «er aan. y \
1164