monopolie. Het behoeft geen betoog, dat de industrie daaronder lijden moest. INa buitengewoon veel strubbelingen werd het inde 18e eeuw door de Chineezen ingevoerde monopoliestelsel in 1868 afgeschaft; de export inde jaren 1868—1870 bedraagt dan tweemaal zooveel als die inde jaren 1865—1867. In 1880 bedroeg de export 12,335 picols, doch daarna treedt een geweldige daling in tengevolge van het aam vallend optreden der wilde volksstammen. Zooals boven reeds vermeld is, heeft de kamferindustrie daar voortdurend mee te kampen gehad en zij heeft er nu nog mee te kampen, zij het in veel mindere mate. Welk een invloed dit aanvallend optreden der stammen op de industrie had, moge blijken uit het feit, dat in 1885 de uitvoer slechts 3 pi col bedroeg. Daarna gaat het weer iets beter. In 1887 wordt weer eens een monopolie ingevoerd. Van 1887—1889 bedraagt de uitvoer een 4000 picol. Dan komt de moderne industrie de kamfer te hulp; chemische uitvindingen als die van het celluloid, het vinden van rooklooze ontploffingsmiddelen doen den kamferprijs met 100 pCt. stijgen. In 1890 bedraagt de uitvoer 7.242 picol. In 1891 wordt het monopolie afgeschaft en de uitvoer stijgt tot 18.881 picols. Na de bezetting van het eiland door Japan in 1895 dacht men, dat de Japanners een hoogen accijns zouden heffen en dat bovendien de oorlog de productie belemmerd had. Dit gaf een zekeren Kolonel N o r t h het idee, in Londen een kamfersyndicaat op te richten, met de bedoeling „to corner'’ de kamfer. Wilde speculatie volgde. In Januari 1895 was de kamferprijs 37 Mexicaansche dollars per picol, in October 97, in November 65, in December 90. Ook in Februari 18% bedroeg de prijs nog 90 iMiexicaansche dollarsr per picol, daarna neemt men een geleidelijke prijsdaling waar, totdat in Juni, op het bericht van Kolonel North’s dood, de prijs plotseling valt tot 36 dollars (Mex.). Men kon in die dagen in kamfer spoedig rijk of arm worden. De uitvoer van kamfer in 1896 bedroeg 52.000 picols. In 1696 voerden de Japanners een belasting in op de productie en niet, zooals vroeger het geval was, op de olie. Daarmede kwam de Regeering aan de wenschen der kamfcr-producenten tegemoet. Aangezien de kamferolie echter niet belast was, gingen de producenten er al spoedig toe over, de kristallen inde olie op te lossen en de olie uitte voeren. Toen werd ook de olie belast. In 1899 voerde het Japansche 'Gouvernement weer een monopolie in. De drie voornaamste voordeelen, die aan een monopoliesysteem voor kamferproductie door de Japanners worden toegeschreven, zijn de volgende; 1. de productie wordt opgevoerd; 2. de productie staat volmaakt onder controle, een feit, dat de gelijkwaardigheid van het ter markt gebrachte produdt ten goede komt; 3. het voorkomt prijsfluctuaties. Het laatste punt treft temeer, daar Formosa ongeveer 70 pCt. van de wereldproductie van kamfer voortbrengt en dus een zeer belangrijke factor op de wereldmarkt is.
1050