«en uitgebreid onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van arsenik in zeewieren, zeevisch en aanverwante zeedieren en in zeewater. De wieren (o.a. lersch mos en agar) zijn reeds vroeger door A. J. Jon es (Yearbook of Pharmacy, 1922) onderzocht: hij vond 6 tot 126 deelenAs22303 per millioen, op droge stof berekend. De cijfers, door Chapman bepaald, zijn daarmede in overeenstemming. De hoeveelheden arseen, door hem aangetroffen in oesters, mosselen, alikruiken, kreeften, garnalen, platte visschen, enz., loopen eveneens zeer uiteen en wel van 3 tot 174 deelen As2(03 per millioen, thans echter berekend op het eetbare gedeelte der dieren als zoodanig (niet gedroogd). Daar verondersteld mag worden, dat de dieren het arseen aan het voedsel of het zeewater ontnemen, werden ook een aantal monsters zeewater inden kring van het onderzoek getrokken. Van 16 monsters (alle inde buurt der Engelsche kust) was het gehalte gemiddeld 0,33 deelenAs22303 (laagste 0,14, hoogste 1,0).

Bet arseen schijnt in het visch- en schaaldierlichaam ineen organische binding voor te komen, welke door alkohoi of aceton, of, na voorafgaande ontvetting met aether, ook door water, aan het droge poeder der lichamen kan onttrokken worden. Dteze verbindingen blijken weinig giftig te zijn, zooals bij toediening in groote hoeveelheden van kreeft, met een hoog arseengehalte, aan een tweetal personen, kon waargenomen worden. Bij die gelegenheid werd ook vastgesteld, dat het grootste gedeelte van het vergift in 2 etmalen met de urine geëlimineerd wordt. Chapman acht het echter niet onmogelijk, dat de vergiftigingsverschijnselen, welke soms na het nuttigen van week- en schaaldieren worden waargenomen, toch door dit gehalte aan As veroorzaakt worden, wanneer de personen in kwestie met een idiosyncrasie voor arseen behept zijn, of wel, wanneer zij het vermogen bezitten, om in het lichaam deze organische arseenverbindingen in enkelvoudige verbindingen te splitsen. V. I. De mydriatische proef ter opsporing van Datura in lijkdeelen. In Britsch-Indië wordt datura-zaad herhaaldelijk gebruikt als bedwelmend middel, om berooving of ander misdrijf te vergemakkelijken. De toegediende dosis blijftin den regel beneden de letale; somtijds echter overtreft zij deze en eindigt de bedwelming met den dood. Wanneer bij het gerechtelijk onderzoek inden maaginhoud nog fragmenten van de zaden worden aangetroffen, is de identificatie niet moeilijk. Wanneer dit echter niet het geval is, moet het alkaloïde geïsoleerd en herkend worden. Werkend volgens Sta s-0 11 o, is de afgescheiden hoeveelheid atropine soms zoo klein, dat zij niet voldoende is, om de noodige zuiveringsbewerking te ondergaan, ten einde de chemische reacties naast de mydriatische proef in te stellen. Deze laatste is van zeer veel waarde; zij valt dikwijls nog positief uit, wanneer de chemische reacties inden steek laten. Wanneer het echter het onderzoek van in ontbinding verkeerende lijkdeelen betreft, zou er vrees kunnen bestaan, dat een afgescheiden alkaloïde met mydriatische eigenschappen afkomstig zou kunnen

1029