niet mogelijk, dat het Hoofdbestuur eens een omzichtig onderzoek instelt naar de factoren, welke een remmende uitwerking hebben op den voortgang van de herziening van de wet op de uitoefening der artsenijbereidkunst? Of zijn deze U misschien bekend? De Voorzitter zegt, dat het Hoofdbestuur Limburg moeilijk inlichtingen kan geven. In ieder geval zal er onzerzijds steeds naar gestreefd worden, om deze herziening of in ieder geval een partieele herziening te bevorderen. Ik wensdh thans Leiden te bedanken voor de vriendelijke woorden betreffende de leiding van deze vergadering. Deze taak is mij echter zeer verlicht door de prettige medewerking van de aanwezigen en mijn mede-hoofdbestuurderen. Thans gaat ons weer een hoofdbestuurslid verlaten, welke 5 jaar zijn beste krachten gegeven heeft in dienst der Maatschappij. Het is onze vriend van Heemskerck Duk er, met wien wij' gedurende dien tijd zoo prettig hebben samengewerkt en van wens advies wij meermalen zoo dankbaar hebben gebruik gemaakt. Duke r, het doet ons leed, dat wij U moeten missen, maar wij weten allen, er is een tijd van komen en van gaan. Wij zijn dankbaar voor datgene, wat gij gedaan hebt en voor de prettige en aangename toon, die gij steeds onder ons bevorderd hebt. (Applaus). De heer van Heemskerck Duker: Mijnheer de Voorzitter. Ik breng U gaarne een woord van dank voor deze vriendelijke woorden en tevens een woord van dank aan de vergadering, die mij indertijd benoemd heeft tot hoofdbestuurslid. Of ik voldaan heb in die functie kan ik niet beoordeelen. Ik waardeer het op die wijze ook inde gelegenheid gesteld te zijn veel te leeren en meer van nabij gezien te hebben het vele werk, dat door vele commissies verricht wordt en een inzicht gekregen te hebben in het enorme werk, dat door het Dagelijksch Bestuur wordt gedaan. Ik treed uit het Hoofdbestuur met de grootste waardeering voor de groote toewijding, welke door Voorzitter, Secretaris en Penningmeester aan het werk van onze (Maatschappij wordt gegeven. Ik wil niet eindigen zonder een woord van warme hulde te brengen aan het personeel van ons bureau en hier uitte spreken waardeering voor het werk, dat door mej. Lams wordt verricht. (Applaus). De Voorzitter: Hiermede sluit ik deze 76ste Algemeene Vergadering. Aldus opgemaakt 211 Juli 1927. Dr. J. J. HOFMAN, Voorzitter. V. VAN ITALLIE, Secretaris.
1000