het voorstel Rotterdam was zeer verdeeld. Men moet dus de wijziging, die door ons wordt voorgesteld, als een compromis beschouwen, waardoor het mogelijk werd, met de wenschen van Rotterdam rekening te kunnen houden.

Amsterdam (de heer Jonkman): Is er niet een andere mogelijkheid?, Het schijnt voor toestanden in Rotterdam noodig, maar zou het niet verstandig zijn, dat Rotterdam zijn leden op andere wijze kan binden; zoodat het een interne aangelegenheid wordt? Groningen (Prof. van Os) voelt veel voor het bezwaar van Haarlem, dat die lange termijn ook zijn bezwaar kan hebben en zou er daarom voor zijn het voorstel van Rotterdam niet aan te nemen. Het voorstel Rotterdam, zonder meer, wordt thans in stemming gebracht. Het wordt verworpen met 439 stemmen tegen, 142 voor (Overijsel, Rotterdam, Utrecht) en 9 blanco (Dordrecht). Het amendement van het Hoofdbestuur wordt in verband met de discussie, ingetrokken. k XVII. Verkiezing van den Voorzitter. De heer van Itallie: Mijnheer de Voorzitter. De uitslag van de stemming heeft uitgewezen, dat U is herkozen tot voorzitter met algemeene stemmen (Applaus). De heer Gerhardt wenscht naar aanleidng van dezen uitslag enkele woorden te spreken. Dat U herkozen zoudt worden, was wel niet te betwijfelen. Het komt veel voor, dat een voorzitter herkozen wordt, maar hij heeft dan meer alleen de positie van leider der vergaderingen. Uw taak is echter veel omvangrijken Het is juist de groote waarde, die wij aan dezen uitslag moeten toekennen, dat het zoo aangenaam maakt, dat hieruit blijkt, dat de leden Uw werken op prijs stellen. Het Hoofdbestuur is zeer zeker ten zeerste ingenomen met den uitslag. Wij weten maar al te zeer welk een moeilijke taak U heeft en zijn overtuigd, dat niemand anders die taak op een zoo aangename manier kan waarnemen. Ik wensch U, het Hoofdbestuur en de Maatschappij van harte geluk met deze benoeming. (Applaus). De Voorzitter: Ik dank U allen izeer voor het vertrouwen, dat de vergadering in mij gesteld heeft en ook Dr. Gerhardt dank ik voor de vriendelijke woorden tot mij gericht. Het is dikwijls een moeilijke taak, om tusschen de verschillende stemmingen door te zeilen en het stuur zoo te richten, dat alle partijen vrijwel bevredigd zijn. Wanneer ik daarin geslaagd ben, is dit ook te danken aan de prettige medewerking, welke ik van mijn mede-hoofdbestuursleden ondervind en de wijze, waarop de Departementen staan ten opzichte van datgene, wat door het Hoofdbestuur wordt gedaan. Ik hoop dan ook in he volgend jaar met hetzelfde animo mijnerzijds en met dezelfde gevoelens Uwerzijds mijn taak voort te zetten. (Applaus). Alvorens wordt overgegaan tot de behandeling van de Motie van het Departement Rotterdam, wordt eene mededeeling in besloten vergadering gedaan. MOrPIE: De Algemeene Vergadering, kennis genomen hebbende van de Mededeelingen van het Rijks Pharmacotherapeutisch Instituut, dat na verkregen machtiging van ZJE. den Minister van Arbeid, Handel

989