beweegredenen, ons doen blijken, dat zij weinig op de hoogte zijn van de wijze, waarop geneesmiddelen kunnen worden voorgesohreven. Dit zal ten slotte niet alleen tot hun schade leiden, maar ook nadeelig zijn inde verhouding van den apotheker tot het publiek. Dit is in hoofdzaak de reden, waarom wij dit voorstel hebben ingediend.. , (Het Departement Overijsel kan genoegen nemen met de toezegging van het Hoofdbestuur, welke in het prae-advies ligt opgesloten. Haarlem (de heer Bartels): Mijnheer de Voorzitter. Ik kan mij! niet goed voorstellen, dat veel apothekers vaneen bespreking met de Maatschappij van Geneeskunst in dit verband veel heil zullen verwachten. Ik denk, dat het niets opleveren zal. Wanneer ik spreek over Haarlem, ben ik er van overtuigd, dat deze zaak niet veranderen zal, voordat het wettelijk verboden wordt. Het komt vaak voor, dat de patiënten naar de apotheek worden gestuurd zonde* recept en van de voorschriften voor spécialité’s wordt geen gebruik gemaakt. De heer van Itallie: Wij hebben verleden jaar contact gehad met de Maatschappij van Geneeskunst, dat zich bereid heeft verklaard met ons hierin samen te werken. Door verschillende omstandigheden is deze samenwerking even blijven liggen. Ik ben er van overtuigd, dat, wanneer wij komen bij de Maatschappij van Geneeskunst, wij zeer zeker kunnen rekenen op hun volle medewerking. Dé strijd is niet zoozeer tegen de geneesheeren als tegen de groote fabrikanten, die dagelijks nieuwe geneesmiddelen inden handel brengen. Ik ben er van overtuigd, dat wij wel succes zullen hebben en zou in overweging geven, het Hoofdbestuur zijn gang te laten gaan. De Voorzitter: Ik wil in verband hiermede mededeelen, dat het spécialité-boekje, dat door de Maatschappij is uitgegeven, wel degelijk op dit gebied veel nut heeft gedaan. Dit boekje is ter beschikking gesteld van de medici in Nederland en bedraagt het aantal boekjes, dat door medici is aangekocht, ongeveer 2000. Haarlem zegt nu wel, dat er geen gebruik van wordt gemaakt en dat geneesmiddelen worden afgegeven zonder recept, maar aan de andere zijde weten wij, dat de voorschriften op de wijze, zooals zij in het spécialitéboekje zijn aangegeven, hoe langer hoe meer op recept worden voorgeschreven. Er is ook nog het verwijt gedaan aan de Commissie, dat zij artikelen heeft opgenomen als abdijsiroop, enz. Ik merk op, dat de Commissie dergelijke namen niet heeft gezet onder de voorschriften, die er in voorkomen. Wanneer de medici in dit boekje zien staan abdijsiroop en daarnevens een recept, dat ter vervanging daarvan dienen kan, dan wijzen wij hen juist inde gewenschte richting. Verder kan ik U mededeelen, dat ik bezoek heb gehad vaneen paar vertegenwoordigers van fabrikanten, van wier praeparaten recepten waren opgenomen in het spéoialitéboekje. Zij kwamen opponeeren, dat men een dergelijk voorschrift had openbaar gemaakt, want het was hun vinding geweest. Wij hebben deze opmerkingen natuurlijk naast ons neergelegd, omdat naar onze meening, de samenstelling van ieder geneesmiddel, bekend behoort te zijn. Ook hebben wij in het beekje onder den naam van het voorschrift, geen naam

985