de deugdelijkheid der door hem af te leveren geneesmiddelen te waarborgen, daar rust feitelijk op hem de verplichting de deugdelijkheid dezer praeparaten vast te stellen althans voor zoover hij daartoe in staat mag worden geacht, en bovendien zorg te dragen voor een oordeelkundig bewaren en afleveren, opdat de stoffen ook op het oogenblik, dat zij door hem worden gedestribueerd, haar deugdelijkheid hebben bewaard.
Een controle op de hoedanigheid der sera en vaccins is in vele gevallen door middel der agglutinatiereactie uitvoerbaar; van den apotheker zal dus zijn te eischen, dat hij zoo noodig, daartoe in staat is. Voor de controle op de toxische, resp. antitoxische entstoffen bestaat voohloopig geen andere mogelijkheid dan het verrichten van een dierproef, welke tot dusver niet rechtstreeks op den weg van den apotheker ligt. (Er ware mijns inzien te overwegen of dergelijke geneesmiddelen, welke een zoogenaamde physiologische controle behoeven, niet in een centraal instituut, door of vanwege de Nederlandsche apothekersorganisatie opricht, zouden kunnen gecontroleerd worden. Het initiatief daartoe ware door de apothekers ten spoedigste te nemen, omdat op hen de wettelijke bevoegdheid, maar ook de verantwoordelijkheid drukt. Waar art. 2 sub 7 der Wet op sera en vaccins zeer soepel is en niemand kan voorzien hoe de therapie zich zal ontwikkelen, ligt het geheel inde lijn der tegenwoordige ontwikkeling de handen ineen te slaan, om eigen baas in eigen huis te blijven. Ook vele injectievioeistoffen, als digitalis en secale-praeparaten, alsmede organo-praeparaten, verlangen een dergelijke controle, welke van de zijde der Nederlandsche apothekers dient te worden ingesteld en te worden uitgeoefend. Geldt dit alles het tot geneeskundig deel afleveren, waartoe elk apotheker bevoegd is, ten aanzien der bereiding zijn bijzondere waarborgen te eischen. Oeze waarborgen zou ik, met betrekking tot den apotheker, wenschee te zoeken inde lijn, welke het Academisch Statuut ons thans geeft. . , . , Als bereider dient in aanmerking te komen een ieder, die zien bij het afleggen van zijn doctoraal-examen inde wis- en natuurkunde en van zijn apothekersexamen een aanteekening heeft verworven voor microbiologie. Wenscht men, dat daarvoor bepaalde eischen zullen worden gesteld, wenscht men een bepaalde inrichting van het examen, welnu, zoowel aan het een, als aan het ander zal gemakkelijk zijn te voldoen, zoodat men zelfs zoover kan gaan, dat ieder apotheker, die zich die aanteekening heeft verworven, het recht zal moeten worden toegekend sera en vaccins, onder de voorwaarden door de wet gesteld, te bereiden. Het valt slechts te betreuren, dat men niet veel vroeger de groote beteekenis der microbiologie voor den aanstaand apotheker heeft
959