De Voorzitter: Wij zullen Uw opmerking overbrengen aan de Commissie. , T7 ... . Limburg (de heer van Wersch): Mijnheer de Voorzitter. Met een enkel woord wensch ik de aandacht te vestigen op een kleine alinea, n.l. overeen ontwerp-wet, regelende de uitoefening der artsenijbèreidkunst. Zooals terecht wordt opgemerkt, wij sukkelen maar steeds verder en hoe lang nog? Wij zijn er reeds jaren lang over bezig, terwijl een veel jongere vereeniging, die der tandartsen, in twee ’jaar tijds tweemaal een wetswijziging heeft verkregen. Ook is nu juist weer een herziening van de wet op de geneeskunst in voorbereiding. Ik vraag mij af: waarom kunnen wij niet, wat anderen wel kunnen? Er moet m.i. hier toch een factor van tegenwerking in het spel zijn en daarom verzoek ik ons Hoofdbestuur eens nauwkeurig na te gaan, waarom aan ons ontwerp niets wordt gedaan. De Voorzitter: Ik dank U voor deze opmerking doch kan, wat deze betreft, alsnog geen toezeggingen doen, of eenige verklaring van de door u aangehaalde feiten geven. Haarlem (de heer Bartels): Mijnheer de Voorzitter. Uit het verslag bemerk ik, dat een nieuwe verhouding gaat geboren worden tusschen onze Maatschappij en de Ned. Merkenvereeniging. Tot nu toe is ons Departement niet goed gesticht over de werking van deze Vereeniging in Haarlem. Herhaaldelijk hebben wij moeite gedaan pnjsknoeierijen te signaleeren. Het is voorgekomen dat eene firma, naar aanleiding van onze aanklacht, op de stoplijst verscheen, doch na een dag hier weer werd afgevoerd. Is men van meening, dat men met een nieuwe regeling aan een dergelijk optreden van de Ned. Merkenvereeniging een einde kan maken? Anders geeft een contract niets, De Voorzitter: Ik denk, dat het de Ned. Merkenvereeniging zal gaan, zooals met vele andere vereenigingen. Mfen heeft Keulen en Parijs niet in één dag gebouwd. Het is uiterst moeilijk dadelijk alle gewenschte veranderingen aan te brengen. Tegenover de ervaring, die U heeft opgedaan, zijn ons weer andere gevallen bekend, waarbij wel degelijk verschillende prijsknoeierijen behoorlijk zijn bestreden en met voldoende succes. Dat een dergelijke vereeniging, die betrekkelijk kort geleden is opgericht, ineens niet alles bereikt, is; te begrijpen. Misschien wenscht de Secretaris hier nog een enkel woord over te zeggen. . , . , De heer van Itallie: Mijnheer de Voorzitter: Het is het Departement Haarlem toch zeker ook wel bekend, dat door ons de meest mogelijke medewerking is verleend. De fout schuilt daarin, dat door de Ned. Merkenvereeniging slechts één maal per jaar een prijslijst wordt uit gegeven met merkenprijzen, welke in dien tijd niet herzien wordt. Bijna alle artikelen veranderen intusschen van prijs, zoodat iemand zich er op kan beroepen, dat hem de juiste prijs van het artikel niet bekend is. , . Ten slotte wensch ik deze opmerking te maken, dat onze Maatschappij in geen contractueel verband meer staat tot de Ned. Merkenvereeniging. Sinds 1 Jan. 1.1. is het contract afgeloopen. Er is toen gewerkt aan een nieuwe overeenkomst, terwijl de wijze van werken veel krachtiger is dan die der oude vereeniging. Wanneer

956