doende is het ondereinde van de .binnenhuis voorzien van 2 evenwijdig gespannen lagen papier, waartusschcn de glazen ring 6r. Inde tusschenruimte kan men eventueel nog wat watten doen. Inde bovenopening van de binnenhuis bevindt zich het ondereinde van de te bezigen koeler (k). Afb. 7 is een conische buis, die van boven ineen oragebogen punt (b) eindigt, en van onderen voorzien is vaneen ringvormige goot (r). Om deze buis is een koehnantel aangebracht. In de opening a. wordt het huisje 7 c door middel vaneen gummiring g bevestigd. In dit buisje wordt het te onderzoeken materiaal gedaan. Met dit apparaatje kunnen water en andere vloeistoffen overgehaald worden. Ook stoffen, die gemakkelijk met waterdamp vervluchtigen, zooals cantharidine. Verder vluchtige alkaloïden, enz., waarvoor zoonoodig van te voren inde ringvormige goot een of ander zuur kan worden gebracht. Zoo kon ik hiermee uit keelpijntabletten formaline met water overhalen, waarvoor inde ringvormige goot een weinig ammoniumchloride-oplossing was gedaan. Na het overhalen kon hexamethyleentetramine door middel van jodium aangetoond worden. De vloeistof, die zich na het overhalen inde ringvormige goot bevindt, kan na verwijderen van het buisje 7 c en omkeeren van het apparaatje door de uitgetrokken punt b als druppels op een objectglas worden uitgegoten. Het buisje 7 c kan natuurlijk op de opening a ingeslepen worden. Het wordt verwarmd boven water, in zand of ineen asbestkamertje voorzien vaneen thermometer. Dit kamertje bestaat uit verscheidene dikke lagen asbest, waarin een vierkante ruimte uitgesneden is, en waarvan de bodem uit koper bestaat. Eventueel kan onder luchtverdunning gewerkt worden, door de uitgetrokken punt b met een vacuum in verbinding te stellen. Sublimeert men op die wijze droog, dan brengt men na deze bewerking wat water in het buisje 7 c en verhit dit. Het tegen de wanden van de conische buis gecondenseerde water lost dan het sublimaat op, waardoor het mogejijlk is, dit uit het apparaat te verwijderen. Afb. 8 stelt een uitschudbuis met appendix voor, die ik bedacht, om na uitschudden vaneen waterige oplossing met aether, deze gemakkelijk af te tappen. Ook voor het uitschudden van vaste bestanddelen. Inhoud a = 5 cm3. = inhoud b. Inhoud bovengedeelte c = 10 cm3. Schud ik 4 cm*, vaneen waterige oplossing met 4—lo cm3, aether en beweeg ik na scheiding der vloeistoffen de buis horizontaal heen en weer, zoo dat de
918