haling wel een positieve reactie met de reagentia van F r ö h d e en Ma r qui s verkregen, doch was het resultaat der reactie van Pe 11 ag r i twijfelachtig of negatief. Wij schrijven deze bijna negatieve uitkomst toe aan onvolledige verwijdering van storende stoffen of aan insluiting der morphine bij de precipitatie van slijm- en eiwitstoffen door alkohol. Slechts een enkelen keer werd een goede reactie volgens P e 11a gr i verkregen. Ten deele zal de onvolledige uittrekking der morphine met de gebruikelijke oplosmiddelen uit de waterige vloeistof aansprakelijk moeten worden gesteld voor de slechte uitkomsten. Wij hebben nu getracht, Phenolum liquefactum als uitsohudmiddel voor morphine te gebruiken en wel zoo, dat aan de uitte schudden vloeistof Phenolum liquefactum in zoodanige hoeveelheid wordt toegevoegd, dat hiervan eenige cm3, niet in oplossing gaan. Phenol bleek ons n.l. een uitstekend oplosmiddel voor morphine te zijn. Nadat herhaaldelijk met overmaat phenol is geschud, wordt de waterige vloeistof verzameld en het phenol met een dubbel volumen aether gemengd. Aan de aetherische vloeistof wordt het alkaloïde door schudden met zuur water onttrokken. Deze methode heeft voorloopig nog niet tot quantitatief bevredigende uitkomsten geleid. Wij zullen echter onze proeven in deze richting voortzetten. Het weinig bemoedigende resultaat met de methode S tas-011 o leidde ons tot toepassing vaneen paar in lateren tijd aanbevolen werkwijzen, waarvan hier ook het een en ander kan worden medegedeeld. Door Heidusch ka en Fa u 122) werd eveneens gewezen op minder gunstige uitkomsten volgens de methode Sta s-0 tt o. Zij bevelen aan, het met alkohol verkregen uittreksel een zuivering te doen ondergaan met loodacetaat, waarbij volgens hen geen morphine verloren gaat. Wij hebben nu nagegaan, of inderdaad de door Hei duschka en Faul aanbevolen zuivering de uitkomsten der quantitatieve bepaling niet beïnvloedt. Er werd een eenigszins andere werkwijze gevolgd: 10 g. stroop (= 4 mg. morphine) werd, na verdunnen met water, met zooveel loodacetaatoplossing vermengd, dat verdere toevoeging geen neerslag meer gaf. Het ontstane neerslag werd afgefiltreerd en goed uitgewasschen. De overmaat lood werd met zwavelwaterstof verwijderd.
910