Uit deze cijfers kan het volgende worden afgeleid: 1) De toegepaste methodes ter quantitatieve bepaling geven goed overeenstemmende uitkomsten (Wij hebben ons trouwens

hiervan vooral overtuigd). 2) Inde stroop gaat dein de vruchten aanwezige morphme nagenoeg volledig over. 3) Het gehalte aan morphine kan in papavervruchten en dus ook inde stroop aanzienlijk hooger zijn, dan uit de tot nog toe inde litteratuur vermelde cijfers kan blijken. Inde 5 soorten papaverstroop, die door ons onderzocht wer* den, is de stroop, die het meeste morphine bevat, 6 maal sterker dan de stroop met het minimum-gehalte. 4) Papaverstroop is derhalve een onbetrouwbaar preparaat en dient zoo spoedig mogelijk uit de Pharmacopeeën te verdwijnen. . Wanneer 1 mg. morphine voor jeugdige zuigelingen een doodelijke dosis kan vormen, kan toediening vaneen paar theelepels reeds den dood ten gevolge hebben. De opsporing bij gerechtelijk onderzoek. Nu door ons onderzoek gebleken is, dat het aantoonen van narcotine in papaveruittreksels niet steeds met zekerheid kan geschieden, berust e mogelijkheid, om tot een papaververgiftiging te besluiten, in hoofdzaak op het vinden van morphine. De bekende reacties laten toe, dit alkaloïde in uiterst minimale hoeveelheid aan te toonen. , ~ Er doet zich echter de moeilijkheid voor, dat morphme m het lichaam zeer snel in andere verbindingen wordt omgezet of wel zoo vast aan weefsels wordt gebonden, dat het herhaaldelijk niet is gelukt, morphine aan te toonen, ook waar met zekerheid vast stond, dat dit alkaloïde in het lichaam was gebracht. De mogelijkheid der opsporing zal wel voornamelijk bestaan zoolang de morphine nog in maag- of darminhoud aanwezig is. Wij hebben geen nieuwe dierproeven verricht, doch hebben ons bepaald, mengsels van melk-, meel- of broodpap, pap of van gehakt met papaverstroop volgens verschillende methodes te onderzoeken. Hierbij bleek de vereischte zuiverheid der uittreksels bij de 3 papsoorten voor de toepassing van kleurreacties op het afgescheiden alkaloïde moeilijkheden op te leveren, terwijl bovendien in verschillende gevallen morphine niet met zekerheid kon worden aangetoond. Zoo werd bij toepassing van de methode Sta s—O 11 oin een mengsel, dat 10 g. stroop (= 3 mg. morphine) bevatte, bij er-

909