geus het voorschrift der Nederlandsche Pharmacopee stroop gemaakt; daarnaast dienden een 5-tal soorten papaverstroop, ons welwillend door eenige apothekers afgestaan, voor het onderzoek. De papavervruchten werden van zaad ontdaan, tot poeder gebracht en dit 3 maal met zoutzuurhoudenden spiritus uitgekookt. Het uittreksel werd uitgedampt, de rest opgenomen in water en de nog zure vloeistof ineen perforator met chloroform uitgetrokken. Nadat chloroform: niets meer opnam, werd verdampt, de achterblijvende rest in azijnzuurhoudend water opgelost en de oplossing, na filtratie, met water op een volumen van 5 cm3, gebracht. Gedeelten hiervan werden verdampt en dienden voor de morphinebepaling volgens Ma i en Rat h; in andere gedeelten werd de morphine volgens Geor g es en Gascard bepaald. Het onderzoek der stroop geschiedde aldus: 10 g. stroop werd, na zuur maken met wijnsteenzuur, met chloroform geperforeerd. Nadat gebleken was, dat door chloroform niets meer werd opgenomen, werd ammOniumcarbonaat toegevoegd en opnieuw met chloroform geperforeerd. Hierbij werd, na verdamping, vaak een gekristalliseerde rest, die geen morphine was, verkregen. Inde rest werd de morphine op de boven beschreven wijze bepaald. Ook werd nagegaan, of in het chloroform-uittreksel der nog zure vloeistof narcotine kon worden aangetoond. In geen enkel geval kon met absolute zekerheid narcotine worden aangetoond. De uitkomsten der bepalingen zijn in onderstaand tabelletje opgenomen. Bepaling Bepaling volgens volgens Georges Mai en Rath. en Gascard. Fructus Papaveris (I) 0,5 pCt. 0,5 pCt. Sirupus „ (I) 0,042 „ 0,04 „ Fructus Papaveris (II) 0,85 „ 0,80 „ Sirupus „ (II) 0,04 „ 0,04 „ Fructus Papaveris (III) 0,40 „ 0,40 „ Sirupus „ (III) 0,04 „ 0,035 „ „ „ (L) 0,06 „ 0,06 „ „ „ (W) 0,03 „ 0,03 „ „ „ (S) 0,02 „ 0,02 „ „ „ (N) 0,01 „ 0,01 „ „ „ (Z) 0,02 „ 0,02 „

908