maakte opmerkingen, waarover geen voldoende gegevens bestaan, stelt Prof. van der Wielen zich voor, deze zaak nog eens na te gaan.

De heer Dr. Zwik k er betwijfelt, of de getrokken conclusies juist zijn, n.l. het verband tusschen kleur en deugdelijkheid. Hij heeft ’t Amerikaansche voorschrift en dat met colloïdaal kwik nagewerkt. Gelatine geeft goede resultaten; het is ook juist, dat de kleur veel donkerder is; dit zit echter niet inde fijnere verdeeling van het kwik, maar inde keuze van het vehikel; lanoline en vaseline. Indien men de proef herhaalt en het kwikmengsel brengt in het vehikel van onze 5e editie, zoo zal men geen verschil in kleur bemerken. Het afmeten van de werkzaamheid naar de kleur, bij verschil van vehikel, is dus onjuist. Dr. Coebergh krijgt den indruk, dat men tracht, een zoo fijn mogelijk verdeeld kwik te verkrijgen. Is dit wel juist? De Pharmacopee geeft een grens voor de afmeting der bolletjes. Gaat men dus niet verder dan de bedoeling is? Er is niet gezegd, hoe men precies kan komen tot den eisch der Pharmacopee, maar hoe men nog veel verder kan komen. Dr. Hofman bereidde eveneens het colloïdaal kwikpraeparaat; hij kreeg den indruk, dat men niet met zuiver kwik te doen heeft, doch dat men eenig HgO-verbinding er bij heeft. Dr. Ho 11 ma n vestigt de aandacht er op, hoe fijner het kwik verdeeld is, hoe moeilijiker men het verzamelen kan. Zoolang loog aanwezig is gaat dit nog gemakkelijik; bij voldoend uitwasschen wordt het zeer moeilijk. Men heeft dus verlies, bedragende van 30 pCt. tot 11 pCt. bij een proef. Het Amerikaansche praeparaat wordt met lanoline en vaseline gemaakt, bij het onderzoek nam men het vehikel der Ph. Ed. V, daar vaseline minder goed is voor de resorptie. Hij noemt de methode der Nederlandsch Pharmacopee een werkelijk goede. De voorzitter vestigt de aandacht op een octrooi voor de fijne verdeeling van kwik met talk. Misschien zou dit ook als basis voor de kwikzalf kunnen dienen. Inleider zegt nog dat, het kwik waarschijnijk wel als metallisch kwik aanwezig is, in het colloïdale praeparaat; er vormen zich spiegels op den bodem. Bij de kwikbepaling inde zalf zet het kwik zich af, als schubbetjes, door de gelatine. Dr. Z wikke r wijst er op, dat dan toch niet alle' praepara-

901