sen is gesteld19); een lijfarts van den keizer is ook niet bekend, terwijl deze toch vooral inde laatste jaren van zijn leven veel aan koortsen leed. Ik heb dit alles ©enigszins uitvoerig nagegaan om te trachten, tot een oordeel te komen, in hoeverre de tijdsomstandigheden aanleiding gaven om tot een gevestigde geneeskruidcultuur te kunnen besluiten. Waar Karei de Groote steeds als zoo belangrijke figuur van dit tijdperk naar voren treedt, vinden we, wat zijn directe regeeringsdaden betreft, geen aanleiding, hem hier een groeten invloed toe te kennen. Geheel af te wijzen intusschen is het belang zijner heerschappij voor Nederland te dezen opzichte niet; door alles, wat hij deed ter ondersteuning en uitbreiding van het Christendom ik heb hier het oog op zijn bemoeiingen ten gunste der vele kloosters oefende hij indirect een krachtigen prikkel uit op den aankweek van artsenijplanten. D. en H. Het behoort tot de uitzonderingen, dat op onze pharmaceutische bijeenkomsten een onderwerp wordt besproken, liggende in het gebied der pharmaceutische geschiedenis. Waar reeds de geschiedenis der geneeskunst talrijke beoefenaren telt, zou ik dit evenzeer voor de pharmacie wenschen. Een goed teeken zie ik in het voorstel, te behandelen inde Algemeene Vergadering onzer Mij., om te komen tot de uitgave vaneen herzienen druk van! Stojeders Geschiedenis der Pharmacie in Nederland. Men verzocht mij, ook te dezer plaatse de aandacht te vestigen op het binnenkort te houden Congres voor de geschiedenis der Geneeskunst, waar ook pharmac tische onderwerpen zullen worden behandeld. Ik hoop, dat mijn mededeeling, hier op deze Conferentie, mede heeft kunnen dienen tot het doen opleven Uwer belangstelling in onze vaderlandsche pharmaceutische geschiedenis en niet in ’t minst in onze vaderlandsche geneeskruidcultuur. De Voorzitter dankt spreker voor de gelukkige wijze, waarop hij al wat bekend is over kruidentuinen, heeft weten samen te vatten. Daarna doet Dr. E. Hollman, namens Prof. P. van der Wielen, een mededeeling over DE BEREIDING EN HET ONDERZOEK VAN KWIKZALF (zie hiervoor Ph. Wkbld. 1927, blz. 719). In verband met de ter vergadering door Dr. Zwikker ge-19) Einh ar d, Vita Carol. Magn. cap. 22 bij Pertz, Mton. German. histor. II p. 455.
900