de opbrengst van zijn grond zijn heer een gedeelte af te staan. Of men ziet den daglooner of den tot vroondienst verplichten dorper het Salland bewerken, het eigen land dus bij de hoeve van den heer. Deze, de grootgrondbezitter, wiens bezittingen vaak verspreid lagen in verschillende streken, stelde den meier (villicus) aan, om de opbrengst in ontvangst te nemen. Decentrale hoeve, de hoofdvilla, de vroonhoeve, vormt hierbij het middelpunt; van daar uilt worden andere hoeven bestuurd en wordt het oog gehouden op het werk der onderhoorigen. Zoeken wij nu in deze donkere tijden, waarin maar zoo heel weinig van het dagelijksch leven, van het werken en streven der bewoners van ons land bekend is, naar eenig lichtpunt, dan wordt ons oog wel inde eerste plaats getrokken naar die figuur, die het middelpunt niet alleen is van tal van heldensagen, maar die ons ook in velerlei opzichten wordt getoond als de eerste krachtige heerscher, als de krachtige leider van het Frankische rijk. Wij willen hem hier beschouwen, niet als den man van wapenen, die zoovelen aan zich wist te onderwerpen, maar zien in Karei den Groote den vorst, die, had hiji eenmaal een streek onder zijn beheer gebracht, daar dan ook welvaart en rust wist te bevorderen. Door zijn invloed werd woeste grond vruchtbaar gemaakt, het land in cultuur gebracht. En als zijn groote verdienste moet worden aangemerkt zijn volkomen systematische wijze van werken. Hij, de grootgrondbezitter bij uitnemendheid, verdeelde zijn bezit in domeinen (fisci), die elk op zichzelf stonden en dus afzonderlijk beheerd werden, alle echter onder toezicht stonden vaneen raad, waarvan hij, de keizer, of in zijn plaats zijn gemalin, de leiding had. Een zeer gunstig gelegen domein werd als palatium (palts) gekozen en derhalve woonplaats vooj den keizer en zijn hofhouding, terwijl de meer eenvoudige bezittingen als villae of curies werden aangeduid, en dienden tot vorming van oogst- en veevoorraden. Toch behoeven we ons ook een dergelijke villa niet minder uitgebreid voor te stellen, daar zulk een landgoed weer bestaat uit eeu onder beheer vaneen koninklijk fiscus staand hoofdgedeelte, en uit de hoeven, die door meiers bebouwd werden. Deze hoeven leverden hun schatting aan de villa, maar vaak ook aan het meest nabijgelegen palatium'. Intusschen zou dit over het groote rijk verspreide net van palatten en villae ons niet interesseeren, ware het niet, dait daarvan ook een enkele binnen onze grenzen was gelegen, zoodat er alle reden is, na te gaan, in hoeverre daar eenige directe invloed van den keizer valt
890