Tabel IV. Verbranding van caseïne plus KJ.

Teruqge VONDEN MG. Toege- JODIUM (NA VOEGDE MG. AFTREK VERSCHIL. JODIUM. BLANCO- CIJFER). 1. Toevoeging 1,00 cm3. KJ-oplossing 1 o/0 . 0,764 0,779 4- 1,9 »/ 2. Toevoeging 2,00 cm3, ' KJ-oplossing 1 % . 1,529 1,507 1,4 % 3. Toevoeging 2,00 cm3. KJ-oplossing 1 o/0 . 1,529 1,542 f 0,9 o/ 4. geen toevoeging (blanco): gevonden 0,015 mg. jodium _ Wat aangaat het verlies aan jodium, chemisch gebonden in ontwijkende gassen, kan opgemerkt worden, dat dit minder moet zijn dan bij de meeste andere methoden, omdat het oxydeerende zoutmengsel weinig onverbrande rook laat ontsnappen. Dit openbaart zich dan ook bij vergelijking der uitkomsten, verkregen volgens Munter, volgens Ed, V en volgens M ü n c h bij toepassing op dezelfde monsters (zie tabel V). Tabel V. Joodgehalten (in procenten), gevonden volgens de drie methoden. Gevonden volgens Monster. "T „. ' TT Hunter. Ed. V. Münch. Schildklierpoeder Merck, 0,191 0,135 bij 105° gedroogd. 0,185 0,107 Schildklierpoeder O. P. G., 0,217 0,196 0,142 gestandaardiseerd met 0,218 0,202 0,164 melksuiker op 0,2 %. 0,220 0,192 Poeder, in het Pharmac. Lab. bereid uit schild- 0,680 0,54 0,41 klieren van het schaap, 0,680 0,56 0,38 door te ontvetten en in 0,51 vacuo te drogen.

787